TEKST: ANDRE KRUL | BEELD: ROY ELFERINK | KEEPERSTRAINER 3

Liverpool – Atletico Madrid was de laatste grote wedstrijd voor de Corona-crisis. De wedstrijd was meeslepend, adembenemend, groots én er was een hoofdrol voor beide keepers. Zelden heeft er een wedstrijd plaatsgevonden met een groter contrast tussen twee doelmannen. Waar Liverpool-goalie Adrian de schlemiel werd, groeide Jan Oblak uit tot de man van de wedstrijd. Keepersmagazine vroeg Rodinghausen-keeperstrainer Roy Elferink een analyse te maken. In deel 1 richt hij zich met name op Adrian.

Bij veel mensen zal de wedstrijd nog haarfijn op het netvlies staan: Liverpool domineerde en Atletico hield voornamelijk tegen. Na een 1-0 nederlaag in Madrid, kwamen The Reds in de verlenging geheel verdiend op een 2-0 voorsprong en stevende het af op een plaats in de kwartfinales van de Champions League. Tot Adrian, normaal gesproken reservekeeper achter Alisson Becker, zomaar een bal in de voeten van João Felix schoof, op het daaropvolgende schot van Llorente weggleed en zodoende de 2-1 inleidde. Hierna kantelde de wedstrijd volledig en met een 2-3 eindscore ging Atletico door naar de volgende ronde van het kampioenenbal. Elferink heeft de wedstrijd uitgebreid geanalyseerd aan de hand van statistieken (zie kader), zoals hij dat ook bij zijn Regionelliga-club SV Rodinghausen doet en kijkt daarbij veel verder dan alleen de tegendoelpunten.

Statistieken

De fanatieke en gedreven Elferink steekt van wal. “Bij de analyse van mijn keepers maak ik altijd gebruik van een systeem dat gebaseerd is op statistieken, daarbij realiserend dat het geen waterdicht systeem is. Want wat bijvoorbeeld als een lange pass bij een tegenstander terecht komt, maar de tweede bal wordt gewonnen? Dan wordt deze bal in het systeem vermeld als balverlies, terwijl het een fantastische bal geweest kan zijn in een zone waar zich veel van onze spelers bevonden. En wat als een keeper bij een voorzet niet uitgekomen is, en op basis van de statistieken dus geen beoordeling krijgt, terwijl hij in mijn ogen wel had moeten uitkomen? In ieder geval geeft het systeem mij wel houvast voor een zo objectief mogelijk beoordeling, en van hieruit bespreek ik altijd de wedstrijd met de keepers.”

Voor een leek kan het lijken dat Adrian door zijn fout slecht heeft gepresteerd in het meevoetballen, maar uit de statistieken komt naar voren dat de Liverpool-doelman juist een positieve invloed gehad heeft in de teamfunctie opbouwen. Van de 21 passes die Adrian gegeven heeft waren er 15 binnen een afstand van 25 meter en 6 buiten deze afstand. In totaal kwamen er 19 aan bij een medespeler, maar één van de twee ballen die niet aankwam had natuurlijk cruciale gevolgen. Wordt er naar Oblak gekeken, dan is de constatering dat hij van de 31 passes in totaal hij er maar 2 over een korte afstand heeft gespeeld en maar liefst 29 lang. Van deze 29 ballen kwamen er slechts 9 aan bij een medespeler.

Verschil in spelopvatting

Op basis van het aantal lang gespeelde ballen kan geconcludeerd worden dat de spelopvatting en tactiek van Atletico Madrid wezenlijk anders waren dan die van Liverpool. Atletico zakte in en gokte op de omschakeling, terwijl Liverpool druk overal druk zette en het spel wilde maken. Dit heeft uiteraard een rol gespeeld in het aantal ballen van Adrian dat aankwam: veel ballen waren simpele ballen die hij zonder druk naar zijn verdedigers kon spelen. Desondanks redde hij zich ook enkele malen zeer knap uit situaties waarin hij lastige terugspeelballen kreeg. Op Oblak werd er meestal doorgejaagd. Een ander voorbeeld waarom statistieken niet alles zeggen. Over het opbouwende aspect heeft Elferink over beide doelmannen iets te zeggen, beginnend met Oblak.

“Bij de analyse van een keeper moet er zoals blijkt ook rekening worden gehouden met teamfuncties. Waarschijnlijk heeft Oblak de opdracht meegekregen veelal de lange bal te hanteren. Maar ik ben met name benieuwd naar waarom hij er op een gegeven moment, na een stuk of tien lange ballen, niet voor koos de ballen meer naar rechts te spelen, in de zone van de Liverpool-spelers Henderson en Chamberlain, die beiden niet bekend staan als geweldige koppers, in plaats van naar links richting de lange Alexander-Arnold. Als keeperstrainer van Oblak zou dit zeker in mijn analyse zijn teruggekomen en zou ik dit ook bespreekbaar hebben gemaakt met Diego Simeone.”

“WAAROM KOOS OBLAK ER NA VELE MALEN BALVERLIES NIET VOOR DE LANGE BALLEN NAAR DE ANDERE KANT TE SPELEN?”

Het lijkt in ieder geval duidelijk dat de opdracht van Oblak simpel was: focus je op het tegenhouden van ballen en maak je niet te druk over het meevoetballen. Bij Liverpool wordt er daarentegen meer van een doelman gevraagd, en vaak gebeurt het dan dat keepers zo nu en dan een te moeilijke oplossing zoeken. Zo zijn er genoeg voorbeelden waarin eerste doelman Alisson Becker zichzelf ook in de problemen bracht door zoveel mogelijk de voetballende oplossing te zoeken. Voor de Spaanse Adrian had dit pijnlijke gevolgen. “Bij de terugspeelbal werd Adrian wel een beetje onder druk gezet, maar niet zwaar problematisch. Zijn keuze om een middenvelder in proberen te spelen was natuurlijk de verkeerde. Aan de linkerkant stond de uitzakkende James Milner helemaal vrij en zelfs Van Dijk had eventueel nog ingespeeld kunnen worden.”

Te zien is dat Adrian naar de bal toekomt, in plaats van meer ruimte naar achteren te nemen, de bal te controleren en de uitzakkende Milner in te spelen

Wegglijden

Elferink voegt hier nog aan toe dat Adrian meer tijd voor zichzelf had kunnen maken. “Op het moment dat hij de bal aangespeeld krijgt staat hij op de lijn van het zestienmetergebied. Beweegt hij in plaats van naar voren naar achteren toe dan geeft hij zichzelf meer tijd om de juiste keuze te maken. Daarnaast vind ik dat Adrian de wedstrijd beter had moeten lezen. Liverpool stond 2-0 voor en was met die stand geplaatst geweest voor de volgende ronde, terwijl Atletico er de hele wedstrijd al op loerde om gevaarlijk te worden uit de omschakeling. Bij zo’n stand zou ik dan ook zeggen, gooi die bal lekker achter de laatste lijn en neem geen risico’s.”

Op het moment dat Adrian de bal ingespeeld heeft, is er natuurlijk nog niet gescoord. Het schot van Llorente dat uit de situatie ontstaat is goed in de hoek geplaatst, maar ook hier ziet de wegglijdende doelman er niet goed uit. “In de eerste fase, dus bij het inspelen van de terugspeelbal, is er van alles fout gegaan, maar ook in de tweede fase, het proberen te herstellen van de fout, gaat er veel mis. Adrian is zijn oriëntatie naar het midden van het doel toe kwijt en maakt een sprongetje op het moment van schieten. Wanneer de bal, die van zo’n achttien meter geschoten wordt hem al tot op zo’n vier meter genaderd is, moet hij nog landen en zodoende heeft hij veel tekort tijd voor zijn afzet. Dit heeft er waarschijnlijk ook mee te maken waarom hij wegglijdt.”

Positie kiezen

Voor een keeper is het essentieel dat hij op het moment van schieten stilstaat. Verder zijn de juiste uitgangshouding en het positie kiezen twee zeer belangrijke basisprincipes. Waar dit laatste bij de eerste tegengoal nog in orde is, ziet Elferink dit bij het tweede en derde doelpunt helemaal misgaan. “De 2-1 vind ik nog een fout die alle keepers weleens maken, maar de 2-2 vind ik een regelrechte blunder voor een keeper die op topniveau speelt. Door de verdedigers wordt de verre hoek dichtgezet, maar in plaats van hierop te anticiperen en dus meer positie te kiezen naar de korte hoek blijft hij in het midden van het doel staan. Het gaat hier niet om een aantal centimeter, maar zeker een meter. Dit vind ik heel zwak gekeept.”

Doordat Henderson (nummer 14) de lange hoek dichtzet, met daarachter nog Gomez (nummer 12), zonder dat de bal daarbij door de benen geschoten kan worden, kan de bal alleen nog maar in het gebied links van de pijl geschoten worden, terwijl Adrian nog aan de rechterkant van de pijl staat

“Ik moet zeggen dat het schot waar de 2-3 uit voortkomt een stuk moeilijker is dan het schot bij de 2-2. Bij de 2-2 had Adrian genoeg tijd om de juiste positie te kiezen, maar bij het laatste doelpunt staat hij ver voor zijn doel klaar om eventueel uit te kunnen komen op de dieptebal. Hierdoor is hij in de beweging naar achteren en is het moeilijker voor de keeper om zich te oriënteren. Maar ook hier is te zien dat hij niet in goede positie uitkomt en is in dit geval de korte hoek te groot.”

De ruimte rechts van Adrian is veel te groot, wat Morata uitnodigt de bal eenvoudig in de korte hoek te schuiven

Daarnaast hangt hij op het moment van schieten naar links toe, staat dus niet stil, is met zijn lichaam ook totaal niet in balans, en moet hierdoor bij het schot in de rechterhoek compenseren, waardoor hij met zijn voet naar de bal toegaat.”

Doordat Adrian niet in balans is gaat hij met zijn voet naar de bal toe

Lichtpuntje

Waar de oud-doelman van onder meer Real Betis Sevilla en West Ham United er bij alle drie de doelpunten er niet goed uitzag, was een lichtpuntje zijn redding in de reguliere speeltijd op een schot van João Felix. Op onorthodoxe wijze pareerde hij een gevaarlijk afwijkend schot met zijn linkerhand om vervolgens razendsnel te reageren op de rebound van Correia. Elferink zag Adrian hier echter dezelfde fout maken als bij het eerste tegendoelpunt. “Ook bij deze redding was Adrian nog in de lucht op het moment van schieten. Zo zijn er in een wedstrijd vier situaties geweest waarin Adrian moeite had met bepaalde basisvaardigheden. Ik geloof dat er bij hem wel mentaal iets geknakt is na de 2-1, en het is niet makkelijk voor een keeper om je ruim twee uur te focussen zonder veel te doen te krijgen. In de eerste helft van de reguliere speeltijd heeft Adrian bijvoorbeeld de bal geen enkele keer met zijn handen aangeraakt. Maar er waren teveel (dezelfde) slechte momenten om deze wedstrijd als een incident te beschouwen.

Eindoordeel

Elferink is zeer kritisch op de 33-jarige doelman op basis van de wedstrijd tegen Atletico Madrid, maar is mild in zijn algemene oordeel. “Ik vind dat je een keeper niet puur op één wedstrijd kunt beoordelen. In deze wedstrijd heeft Adrian een zeer negatieve invloed gehad op het resultaat, maar ik zie hem niet wekelijks spelen, laat staan dat ik dagelijks met hem samenwerk. Hij heeft ongetwijfeld kwaliteiten op basis waarvan Liverpool hem gehaald heeft. In deze wedstrijd was hij de schlemiel, dit zal hij moeten dragen, want in de top is er geen plaats voor excuses. Het belangrijkste is hoe hij hier uitkomt.”

In dit eerste deel heeft Roy Elferink zich voornamelijk gericht op de analyse van Adrian. In het tweede deel gaat hij zijn licht laten schijnen op de held aan Madrileense zijde, Jan Oblak. Was hij echt de grote man van de wedstrijd? Volgens Elferink moet dit absoluut in perspectief worden geplaatst.

Vorig artikelAbe Knoop: De uitgangshouding (deel 1)
Volgend artikelGeorgios Berneanou: De individuele aanpak van de keeper