Bart Heuvingh

DE KEEPERSTRAINER I TEKST: ANDRE KRUL I BEELD: ED VAN DE POL

BART HEUVINGH  

Het hebben van een groeimindset is voor iedereen belangrijk, maar voor keepers nóg meer, is de overtuiging van Bart Heuvingh. Het hoofd topsportbegeleiding van AZ legt uit wat een groeimindset is en hoe keeperstrainers deze kunnen stimuleren bij hun doelmannen. 

Overtuigingen 

Allereerst vertelt Heuvingh wat het verschil is tussen een groeimindset en een statische mindset. “Belangrijk om te vertellen is dat beide overtuigingen zijn over hoe je naar ontwikkelbaarheid kijkt. Overtuigingen die je gedrag beïnvloeden. Iemand met een groeimindset heeft de overtuiging dat talent voor een deel aanleg is, maar dat je dat voornamelijk ook verder kunt ontwikkelen. Aanleg is het startpunt, maar je richt je op het leervermogen. Dus wat je nog kunt ontwikkelen en nog beter kunt doen. Het ontkent aanleg niet, maar gelooft er wel in dat het in de basis verder te ontwikkelen is. Een statische mindset houdt daarentegen in dat je gelooft dat talent aangeboren is en vaststaat: ik ben nu eenmaal zo. Dit kan twee kanten opwerken. Je kunt denken dat je een toptalent bent of denken dat je nu gewoon niet goed bent.” 

“Iemand met een groeimindset heeft de overtuiging dat talent voor een deel aanleg is, maar dat je dat voornamelijk ook verder kunt ontwikkelen”

De geboren Amstelvener zegt dat het belangrijk is om te weten dat iemand nooit volledig over een groeimindset of volledig over een statische mindset beschikt, maar dat het op een continuüm ligt. Daarnaast is het contextafhankelijk. “Op bepaalde gebieden kan iemand over het een beschikken en op andere gebieden over het ander. De omgeving kan hierop heel veel invloed hebben. Wanneer een keeper een (keepers)trainer of een ouder heeft die heel erg een groeimindset stimuleert, dan kan iemand zijn groeimindset nog sterker worden. Andersom geldt hetzelfde. Zit je in een omgeving waarin heel erg de statistische mindset wordt gestimuleerd, dan kun je ook meer die kant opschuiven.” 

Ontwikkelen vs. bewijzen

Voor een doelman is, anders dan voor veldspelers, de lengte van behoorlijke invloed op hoe ver hij kan komen. Dit is aangeboren en valt misschien voor een heel klein deel te sturen door een goede leefstijl, waaronder bijvoorbeeld slaap en voeding vallen. Andere zaken zijn beter te beïnvloeden en daar komt groeimindset om de hoek kijken. Om dit te verduidelijken zet Heuvingh gedragingen die voortkomen uit en horen bij een groeimindset tegenover gedragingen die horen bij een statische mindset. Het eerste verschil in gedrag tussen beide mindsets gaat over welke focus een speler heeft. Het gaat om bezig zijn met ontwikkeling versus bezig zijn met jezelf bewijzen. 

“Voor alle personen is het hebben van een groeimindset belangrijk, maar voor keepers zelfs nog meer. Dat komt omdat een keeper veel stopmomenten heeft. Daar bedoel ik mee dat hij tijd heeft om na te denken. Niet alleen in wedstrijden, maar ook tijdens de training. Veel teams beschikken over meer dan twee keepers en wanneer het team bijvoorbeeld 11:11 speelt of een positiespel doet, wisselen de keepers elkaar hierin af. Ze staan dan ernaast weleens te wachten of spelen ze alleen ballen in. Dan moet je natuurlijk ook wel wat doen, maar is er ook echt tijd om na te denken over je eigen prestatie die je net hebt geleverd. Eén van de gevolgen van een statische mindset is dat je heel erg bezig bent met bewijzen dat je genoeg talent hebt. Bij een stopmoment kun je jezelf dan helemaal gek maken en denken: heb ik wel bewezen dat ik goed genoeg ben? Iemand met een groeimindset is veel meer bezig met ontwikkelen en niet met zich bewijzen. Die gaat misschien tijdens de stopmomenten wel vragen stellen aan de trainers of denkt: ik heb weer zin in de volgende oefening. Niet om zich te bewijzen, maar om het net iets beter te doen. Of hij gaat zichzelf extra uitdagen, waarbij hij beseft dat het misschien in het begin helemaal mis kan gaan, maar hij ook weet dat hij er wel van gaat leren.”

“Iemand met een groeimindset is veel meer bezig met ontwikkelen en niet met zich bewijzen”

Omgaan met tegenslag

Voordat Heuvingh vertelt hoe de keeperstrainer bij zijn doelmannen een groeimindset kan stimuleren, wil hij eerst drie andere praktische en concrete voorbeelden van gedrag bespreken, die verklaren hoe beide mindsets werken. De eerste gaat over het omgaan met tegenslag. “Voor iemand met een statische mindset laat een fout zien dat hij niet talentvol en goed genoeg is. Na een fout ziet hij geen mogelijkheden tot verbetering. Dit leidt tot opgeven.”

Dit uit zich bijvoorbeeld bij het leren van een nieuwe techniek. “Als dit niet vanaf het begin lukt, dan zal de keeper snel denken dat het voor hem niet werkt. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe manier van uittrappen of duiken. Hij heeft al snel zoiets van: zie je wel, ik kan dit niet en ik ga niet verder oefenen. Logisch gevolg hiervan is dat hij zich inderdaad niet gaat verbeteren. In de groeimindset is het precies andersom. Daarin worden fouten gezien als onderdeel van het leerproces die mogelijkheden bieden tot verbetering. Je gaat veel eerder vanuit jezelf doorzetten. Dus als die uittrap niet lukt, denkt de keeper: goh, ik ga eens een video bekijken, of: hé, ik ga nog eens oefenen, of: nou, ik ga het aan iemand vragen. Allemaal handelingen vanuit het geloof in de ontwikkeling, in plaats van dat je jezelf eigenlijk meteen buitenspel zet. Fouten maken kan bij iemand met een statische mindset ook voor de mentale gezondheid heel slecht zijn. Die denkt al snel dat hij daardoor een mislukkeling is. Bij een keeper met een groeimindset is het eerder zo: ik heb een fout gemaakt, maar ben geen mislukkeling. Hij koppelt zijn identiteit niet aan de fout, maar ziet het als een momentopname. En deze kan hij verbeteren.”

“In de groeimindset worden fouten gezien als een onderdeel van het leerproces die mogelijkheden bieden tot verbetering”

Hobie Verhulst 

Het volgende voorbeeld gaat over inzet. Heuvingh: “Bij een statische mindset wordt inzet gezien als iets dat je nodig hebt als je geen talent hebt. Iets kunnen zonder inzet is een teken dat je een natuurtalent bent. In de groeimindset zie je inzet als iets dat noodzakelijk is om je talent te ontwikkelen. Waarom zou je je minder inzetten en zo jezelf in de weg zitten?” 

AZ-doelman Hobie Verhulst is voor Heuvingh een mooi voorbeeld hiervan. “Bij AZ lukte het hem eerst niet om vanuit de jeugd door te breken in het eerste. Vervolgens is hij naar andere clubs gegaan, heeft hij twee jaar bij AZ op de bank gezeten en is hij dit seizoen momenteel eerste keeper. Hobie is altijd inzet blijven tonen en aan zijn eigen ontwikkeling blijven werken.” 

Feedback

Het laatste voorbeeld in gedrag dat de inwoner van Weesp aankaart, is het omgaan met feedback. “In de statische mindset zie je kritiek als een aanval. Het is een indicatie dat iemand je niet talentvol genoeg vindt. Je vat het op als een bedreiging, omdat iemand jouw vaststaande talent veroordeelt. Dat roept stress en een defensieve reactie op. Dit zit je ontwikkeling in de weg, hoe goed je ook bent.” Voor een keeper is dit extra belangrijk, omdat hij nogal wat feedback krijgt. “Online, op tv, van mensen langs de kant. Als de keeper een fout maakt, volgt er vaak een goal en wordt er veel over gesproken, omdat het een beslissend moment is. Wanneer een spits mist of een middenvelder een fout maakt, die niet tot een goal leidt, wordt het soms niet eens benoemd. In de groeimindset ga je goed met de feedback om. Je gelooft dat talent te ontwikkelen is, dus je ziet feedback meer als een tip. Het geeft aan waarin je jezelf nog moet verbeteren. Het roept eerder dankbaarheid op, omdat je gelooft dat iemand jou wil helpen in je verbetering. De keepers met deze mindset zien het totaal niet als aanval en vragen zelfs om feedback. Dit zal ze enorm helpen.”

Bewustwording 

Een belangrijke vraag tenslotte is wat de keeperstrainer kan doen om een groeimindset bij zijn doelmannen aan te wakkeren. Heuvingh legt dit uit aan de hand van een aantal leerprincipes (zie afbeelding 1 voor alle twaalf leerprincipes). “Een belangrijk principe is dat je als keeperstrainer bewustwording creëert over de overtuigingen die een keeper heeft. Zorg ervoor dat keepers snappen dat overtuigingen belangrijk zijn wanneer je jezelf optimaal wilt ontwikkelen. Als je bijvoorbeeld vanuit een statische mindset bezig bent met bewijzen, kan het zijn dat je geen uitdagingen aangaat die buiten je comfortzone liggen en neem je geen risico’s, omdat je falen wilt voorkomen. Het resultaat hiervan is dat je je minder ontwikkelt. Bij een groeimindset geloof je er echter in dat je jezelf kunt ontwikkelen als je fouten maakt en zal je dus eerder uitdagingen aangaan en merken dat je je ontwikkelt. Dit versterkt op zijn beurt weer de overtuiging dat je beter kunt worden.”

Leerdoelen

Heuvingh praat enthousiast verder over het tweede principe. “Stel leerdoelen op. Leuk als je een resultaatdoel hebt, zoals ‘ik wil eerste keeper worden’ of ‘ik wil zo weinig tegendoelpunten hebben’. Dat mag allemaal, maar stel vooral leerdoelen op. Wat wil jij ontwikkelen? Zorg dat jij als trainer/coach deze met de keeper bespreekt, ze serieus neemt en ook uitstraalt waar je je met de keeper op gaat richten. Een mooie quote die ik hierbij heel toepasselijk vind, is focus on the process, not on the outcome. The outcome will take care of itself if the process is right. Als je de leerdoelen hebt opgesteld, complimenteer de keepers dan vervolgens ook op de progressie en het feit dat ze ermee bezig zijn. Dat zal niet gelijk altijd goed gaan, maar zorg dat je ze waardeert voor het proces waar ze in zitten en voor de inzet die ze tonen. Geef dus niet alleen maar complimenten op aangeboren eigenschappen, wat ze al goed kunnen of het resultaat. Dat mag uiteraard af en toe ook, maar geef voornamelijk complimenten die gebaseerd zijn op het proces.” 

“Geef voornamelijk complimenten die gebaseerd zijn op het proces”

Zichtbaarheid

Het laatste principe gaat vervolgens over het zichtbaar maken van ontwikkeling. “Wanneer je bijvoorbeeld bezig bent de keeper te leren verder van zijn doel te keepen, maak dan video’s waarop de positie te zien is die hij nu inneemt en blijf dat gaandeweg het proces doen. Later kun je dan laten zien dat hij door een verdere positie meer doelkansen heeft voorkomen. Je kunt complimenten geven, maar iets voor iemands neus laten zien werkt altijd veel beter. Ontwikkeling zichtbaar maken is wat mij betreft echt een hele belangrijke tip om een groeimindset te stimuleren bij een keeper.”

Bart Heuvingh (33) studeerde Bewegingswetenschappen en Sport- en Prestatiepsychologie en werkt al jaren als topsportbegeleider bij AZ. Bij de Alkmaarders helpt hij spelers – van de jeugd tot en met het eerste – met hun leefstijl en mindset. Daarnaast heeft hij zijn eigen bedrijf SportMindset opgericht en heeft hij het boek Talent van Morgen geschreven. Onlangs is er van dit boek een tweede, aangepaste en verbeterde druk uitgekomen, waarvan in KeepersMagazine 9 een recensie staat.

Vorig artikelKeeperstraining in Uganda
Volgend artikelColumn Sjoerd Mossou: Fetisj