DE KEEPERSTRAINER I TEKST: ANDRE KRUL I BEELD: PIETER HOOGEVEEN
Colin van der Meijden is keeperstrainer bij Telstar en 3e divisionist ODIN ’59. Het tactische gedeelte is volgens hem voor seniorenkeepers ontzettend belangrijk. Daarbij gaat het erom dat de doelmannen zo goed mogelijk voorbereid zijn op de wedstrijden en zij rekening houden met alle mogelijke scenario’s die zich hierin kunnen afspelen. KeepersMagazine ging langs bij een training van Telstar en sprak uitvoerig met de gedreven keeperstrainer.
Van der Meijden heeft een achtergrond bij Defensie en Speciale Eenheden en zijn visie op het keepen is deels gebaseerd op hetgeen hij daar geleerd heeft. De 47-jarige inwoner van Beverwijk trapt het gesprek af met een mooie metafoor.
“Als we een bewapend persoon moesten opsporen in een pand met daarin acht kamertjes, en we hadden de informatie dat hij zich waarschijnlijk in het vierde kamertje bevond, liepen we dan die drie andere kamertjes zo voorbij? Natuurlijk niet, die kamden we eerst ook uit. En dat is met keepen net zo. Als bijvoorbeeld bij een corner nagenoeg alle spelers zich bij de eerste paal bevinden, dan is de kans groot dat de bal daar gespeeld wordt. Maar wie bewaakt de achterkant van de winkel en let er op die ene speler die bij de tweede paal staat? En wie staat er op de zestien voor een eventuele tweede bal? De keeper zal rekening moeten houden met alle scenario’s en zijn team daarop moeten aansturen.”
Analyseformulier
Voor Van Der Meijden begint de voorbereiding op de volgende wedstrijd eigenlijk al direct na een gespeelde match. Aan de hand van een analyseformulier houdt hij alle verdedigende en aanvallende handelingen van de keeper bij, die zich per kwartier in de wedstrijd hebben voor gedaan. Deze worden doorgestuurd naar de keepers en op basis hiervan gaat de bevlogen trainer het gesprek aan met de doelman. “Wat is er gebeurd en waarom is dat gebeurd? Stel dat er in het laatste kwartier heel veel voorzetten over rechts zijn geweest, waar heeft dat aan gelegen? Is er dan iets mis met die rechterkant? En kunnen we hier iets mee doen richting de volgende wedstrijd?”
Het is goed denkbaar dat de veldbezetting in dit voorbeeld niet helemaal goed was. Indien de keeper de situatie herkende, kon hij een belangrijke rol spelen, door de verdedigers en middenvelders beter aan te sturen. Van Der Meijden ziet graag dat de keepers hier zelf over nadenken en daar ook over praten met de veldspelers, zodat verbeterpunten kunnen worden meegenomen naar het nieuwe duel.
Voetenwerk
In de keeperstraining legt de oud-keeperstrainer van De Kennemers en ADO ’20 waar mogelijk extra nadruk op de gesignaleerde verbeterpunten in de wedstrijd. De opbouw van de training is echter vaak hetzelfde en begint meestal met voetenwerkoefeningen (zie oefening 1). “Bij seniorenkeepers van het niveau waarop ik training geef, vind ik dat je ervan uit kan gaan dat de techniek in orde is. Het is in ieder geval niet makkelijk om senioren nog technische vaardigheden te leren en daarom besteed ik hier niet te veel aandacht aan. Het is meer een kwestie van onderhouden en bijschaven. Veel belangrijker vind ik het voetenwerk. Als het voetenwerk van de keeper goed is, kan hij altijd in de juiste positie komen. Vervolgens heeft hij een bepaalde techniek nodig om een keepershandeling uit te voeren. Maar als het voetenwerk niet goed is, dan kan hij dus niet in de juiste positie komen en de techniek ook niet gebruiken.”
“Als het voetenwerk van de keeper goed is, kan hij altijd in de juiste positie komen”
Complexe oefenvormen
Dit alles gaat vooraf aan het tactisch keepen en denken in scenario’s. Veel mogelijk gevaar kan worden voorkomen door situaties te lezen en de verdedigers daarop te wijzen, maar soms kan dit niet en zal de keeper zelf handelend moeten optreden. Om de keepers te leren denken in patronen en welke handeling zij in welke situatie moeten toepassen, gaat Van Der Meijden over naar meer complexe oefenvormen. Vandaag heeft hij een oefening bedacht, waarbij de keepers bij het noemen van een bepaalde kleur een bepaalde handeling moeten verrichten (zie oefening 2).
De kleur die genoemd wordt, is gekoppeld aan iemand die de bal schiet. Als ze het patroon dat op deze manier ontstaat gaan inzien, wordt het anticiperend vermogen verbeterd en kan dat worden vertaald naar de wedstrijd toe. Bijvoorbeeld wanneer er gewisseld wordt door de tegenstander en zij met de punt naar voren in plaats van naar achter gaan spelen. Wat worden dan de looplijnen van de spelers en hoe gaan wij hier als team op reageren? Zo leren de keepers heel snel te schakelen en daarop te acteren.”
Groepstraining
Wanneer de doelmannen vervolgens naar de groepstraining gaan om partijen te spelen, valt het op dat Colin van der Meijden zo’n vijf meter achter de keeper staat. Hij vertelt dat hij dit bewust doet, zodat hij kan zien wat de keeper ziet. “Vanaf de zijkant heb je een heel ander zicht op het veld, dus daarom ga ik daar niet staan. Ik coach tijdens de partijen nauwelijks en zeg zo min mogelijk wat de keeper moet doen. Om een doelman tactisch op te leiden, moet je hem loslaten, zodat hij zelf situaties leert herkennen. In de rustmomenten tussendoor bespreek ik dan situaties met hem.”
“Om een doelman tactisch op te leiden, moet je hem loslaten, zodat hij zelf situaties leert herkennen”
Tijdens de training wordt het enige doelpunt gemaakt door assistent-trainer Michael Dingsdag, die helemaal vrij kan inschieten. Voor Van Der Meijden een perfect coachmoment. “De coaching van een keeper begint met het herkennen van situaties. In dit geval ging het mis, omdat het gat tussen de verdediging en het middenveld te groot was. Beide verdedigende middenvelders waren naar voren toe op het moment dat het team in de aanval was. Toen er balverlies werd geleden, kon Dingsdag daarom helemaal vrij worden aangespeeld en scoren. Voor de keeper is het belangrijk om tijdens het aanvallen al rekening te houden met het scenario van balverlies en te zorgen dat de restverdediging op orde is.”
Wedstrijdbespreking
Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de wedstrijd en rekening te kunnen houden met alle mogelijk scenario’s, is de wedstrijdbespreking voor de gepassioneerde Van Der Meijden van essentieel belang. Bij Telstar wordt het team twee dagen voor de wedstrijd door de trainersstaf al voorbereid op de komende tegenstander. “Daar gaat de keeper al nadenken en zijn scenario’s bedenken. Als de tegenstander bijvoorbeeld veel steekballen geeft, dan moet de doelman zich afvragen wat dit voor hem betekent. Ik ben er geen voorstander van dat de keeper dan verder van de lijn gaat spelen dan hij normaal gesproken doet. Het is belangrijk dat hij zich comfortabel voelt, maar hij moet zich wel bedenken waar de ballen ongeveer kunnen komen en wat hij dan gaat doen.”
In de voorbereiding is het niet alleen van belang om rekening te houden met de tegenstander, maar juist ook met de eigen spelers die spelen. “Als Özgür Aktas bijvoorbeeld speelt, dan hoef je niet zoveel te komen. Die staat zijn mannetje wel en blijft altijd kort bij de aanvaller. Terwijl andere spelers meer ruimte weggeven en je als keeper dus vaker zal moeten uitkomen.”
Een ander scenario waar volgens Van Der Meijden altijd rekening mee moet worden gehouden, is dat de eerste keeper vóór of tijdens de wedstrijd uitvalt. Daarom vindt hij dat de bespreking óók voor de tweede en derde keeper heel belangrijk is, en worden zij in de warming-up eveneens opgewarmd, zodat zij zo goed mogelijk voorbereid zijn op het moment dat zij moeten invallen. Daarnaast is Van Der Meijden van mening dat een goede voorbereiding een belangrijke rol speelt in het mentale gedeelte.
“Als je het hebt over de fysieke, mentale, technische en tactische kant van het keepen, kan ik keepers die op dit niveau spelen en deze leeftijd hebben technisch niet zoveel meer bijbrengen. Daarom vind ik het ‘mentale’ en ‘tactische’ het allerbelangrijkste. Tactisch moeten ze heel sterk zijn. Dat is nadenken, kijken wat er gebeurt, steeds weer schakelen. En ik denk dat als je ergens heel goed voorbereid naartoe gaat en weet wat je kunt verwachten, je dat mentaal ook weer sterker maakt. Dat je echt zoiets hebt van: kom maar op!.”
“Ik denk dat als je ergens heel goed voorbereid naartoe gaat en weet wat je kunt verwachten, je dat mentaal ook weer sterker maakt. Dat je echt zoiets hebt van: kom maar op!”
Overkill aan informatie
Het goed voorbereid zijn kan voor een stukje rust zorgen. Wel vindt Van Der Meijden, die zo fanatiek is dat er middenin de nacht soms spontaan ideeën voor nieuwe oefenvormen bij hem opkomen en er daarom standaard een kladblok op zijn nachtkastje ligt, dat ervoor moet worden gewaakt dat de keeper met een overkill aan informatie en mogelijke scenario’s het veld opstapt. “Ik ga niet na de bespreking met de groep nog eens apart met de keepers zitten om allemaal dingen door te nemen. Dit doe ik overigens ook niet na een wedstrijd. Ik stuur de analyse door en vaak komen de keepers de volgende training al met vragen. Dit bespreken we dan tijdens de keeperstraining op een informele manier. In de dagen vóór de wedstrijd laat ik de scenario’s die zich kunnen voordoen terugkomen in de oefenstof. Deze bespreek ik tussen de oefeningen door weer met de doelmannen en dan stel ik ook vragen. Wat als dit scenario zich voordoet, hoe moet jij dan handelen? Op deze manier reik ik de dingen op een speelse manier aan en voorkom ik dat de keeper te veel in zijn hoofd gaat zitten.”