DE KEEPERSTRAINER | TEKST: BERT DELLEMAN | BEELD: BERT DELLEMAN  

Regelmatig zit ik op de tribune bij Eredivisiewedstrijden en als de spelers het veld opkomen, klinkt er gejuich voor de thuisploeg en een klein fluitconcert voor de tegenpartij. Maar de dan opgewekte energie vloeit bij mij langzaam weg bij het aanschouwen van de keeperswarming-up. Ik wil ook in dát halfuur vermaakt worden. Keepers houden zich voornamelijk bezig met saaie oefeningen, die veelal de betrouwbaarheid van hen nog eens bevestigen. Een voorzet van links, eentje van rechts, schoten frontaal op de keeper, van dichtbij en later vanaf de zestien. Op zich is daar niets mis mee, want wanneer je dit allemaal naar behoren uitvoert, laat je zien dat je een degelijke keeper bent. Maar in de steeds meer toenemende chaos van de zestienmeter maak je het verschil door onvoorspelbare ballen ook adequaat te verwerken. En vanuit dat oogpunt word ik zelden verrast door een oefening waarbij de doelman een antwoord moet geven op een
chaotische spelsituatie. 

Nou vooruit: in de warming-up worden meerdere ballen uit de hand geschoten door de tweede keeper, die vlak voor de keeper opstuiten. Maar ik wil originele antwoorden van keepers zien op ballen die ‘uit het niets’ richting de goal gaan. Bijvoorbeeld een zwabberend schot van ver buiten de zestien. Of de reactie van de doelman naar een bal die via een arm of been van zijn verdedigers plots een andere richting krijgt. Of een bal die in een drukke zestien door een woud van benen ineens opduikt en een reflex vereist van de keeper. Keepers zouden allerlei soorten ballen moeten verwachten en daar een antwoord op moeten hebben. Voetbal is toch ook amusement, waarbij de warming-up een moment voor de keeper kan zijn om het publiek ademloos te laten toekijken? Daarbij kunnen ook de tweede en derde doelman aan het werk worden gezet.  

Keeperstrainers, verzin eens een spannende oefening voor de toeschouwers en eindig niet met een oneindige reeks van kanonskogels die voetballers mogen afvuren aan het einde van de warming-up. Laat deze vooral ook bedoeld zijn voor de keepers en niet exclusief voor scorende ego’s. Daarbij kun je denken aan een keeper die omgeven is door de tweede en derde keeper en de keeperstrainer. De tweede keeper beneemt het zicht van de eerste doelman, door zo’n zes meter voor hem te gaan staan. De derde keeper speelt een bal richting het doel. Deze mag de tweede keeper van richting veranderen. Dit zal ongetwijfeld voor spectaculaire reflexen zorgen. Het mes snijdt dan aan beide kanten. De doelman wordt op scherp gezet en het publiek vermaakt. Om het spektakel compleet te maken, komt de keeper na elke actie snel in de benen. De keeperstrainer gooit een bal aan, die door de doelman vakkundig uit de bovenhoek wordt getikt. Het resultaat? Een daverend applaus van het publiek en een doelman die een enorme energieboost krijgt. Vol vertrouwen zoekt hij de kleedkamer op om zich klaar te maken het strijdtoneel te betreden.  

Vorig artikelKeeperstraining in Senegal
Volgend artikelGábor Babos: Improviseren in de keeperstraining