TEKST: ANDRE KRUL | BEELD: GEORGIOS BERNEANOU
Georgios Berneanou, keeperstrainer van het Duitse Victoria Köln, ziet de keeper als individueel atleet binnen een teamsport. Elke keeper in het team is anders, ook als persoon, en daarom is het belangrijk om iedere doelman als individu te benaderen en te trainen.
De Griek Berneanou is sinds afgelopen seizoen in Duitsland neergestreken als keeperstrainer van Victoria Köln, spelend in de Derde Bundesliga, en stopt ziel en zaligheid in het beter maken van zijn keepers. “Omdat de keeper een zeer grote verantwoordelijkheid heeft in het team, bijna elke fout heeft immers direct invloed op het resultaat van de wedstrijd, verdient hij veel individuele aandacht van de keeperstrainer.”
Vertrouwensband
Wanneer Berneanou begint met het trainen van keepers, zoals afgelopen seizoen bij Victoria, brengt hij eerst in beeld wat de goede en zwakke punten van elke keeper zijn. Op basis hiervan maakt hij een plan om de keepers te verbeteren. Dit plan bestaat uit een langetermijnplanning (een seizoen) en een maandelijkse, wekelijkse en dagelijkse planning. Om hiermee aan de slag te gaan is het allereerst belangrijk dat er een vertrouwensband wordt opgebouwd tussen de keeperstrainer en de keepers. “Het vertrouwen dat een keeper in de trainer heeft, berust in eerste instantie op de kennis van de keeperstrainer. Een keeperstrainer moet weten waar hij het over heeft en dit, door middel van de juiste oefenstof en uitleg, kunnen overbrengen op zijn keepers.”
Deze kennis wordt voornamelijk opgedaan door ervaring en door leergierig te zijn. De 35-jarige Berneanou is als keeperstrainer actief geweest voor drie verschillende Griekse clubs op het hoogste niveau en heeft zodoende al een rugzak vol bagage. Daarnaast volgt hij vele (internationale) cursussen en clinics om deze rugzak steeds verder te vullen. Wanneer de kennis aanwezig is, is het volgens Berneanou van groot belang dat de keeperstrainer een sterke band heeft met zijn keepers. “Vanaf het moment dat ik begin te werken met keepers, ga ik aan de slag om een vertrouwensband met hen op te bouwen. Deze band reikt verder dan alleen het veld, want hoe een keeper presteert en hoe hij zich als professional gedraagt is mede afhankelijk van de persoon die hij buiten de lijnen is. Iedere keeper is anders en heeft een andere aanpak nodig. Om hier achter te komen moet je de keeper ook als mens kennen en dit bereik je door interesse te tonen en gesprekken te voeren. Ik wil niet alleen de keeperstrainer zijn, maar ook een vriend. Het heeft tijd nodig om een vertrouwensband op te bouwen, maar op een gegeven moment weet ik, na bijvoorbeeld een gemaakte fout in de wedstrijd, precies wat iedere keeper nodig heeft. Een bepaalde blik of een berichtje kan dan vaak al genoeg zijn om hem te helpen.”
Bij het opbouwen van een vertrouwensband is eerlijkheid en duidelijkheid het allerbelangrijkste. “Wanneer je altijd eerlijk bent en de keepers voelen dat je er als trainer bent om hen beter te maken, doe je het altijd goed. Belangrijk hierbij is de relatie die je met niet alleen de keepers, maar ook met de hoofdcoach hebt. Als keeperstrainer zit je als het ware tussen beiden in. Bij aanvang van de voorbereiding op een nieuw seizoen moet je als staf aan de keepers duidelijk maken wat het plan met hen is, wat er van hen wordt verlangd en hoe de hiërarchie is. Uiteraard zijn er verschillende situaties denkbaar. Vooraf kan helder zijn wie de eerste, tweede en derde keeper is, maar er kan ook sprake zijn van een concurrentiestrijd die pas na de voorbereiding beslist wordt. Wanneer vooraf duidelijk gemaakt wordt wat de bedoeling is, kunnen er achteraf nooit problemen ontstaan. In het geval dat een coach de keeper tijdens het seizoen wilt wisselen, zal dit voor de keeper makkelijker te accepteren zijn als coach en keeperstrainer altijd duidelijk en eerlijk zijn geweest in wat er van de keeper wordt verwacht en hoe hij presteert.”
Griekse gekte
Een voorbeeld van hoe het mis kan gaan wanneer er vooraf geen duidelijkheid geschapen is, geeft Berneanou nu. “Toen ik bij de Griekse club Kissamikos FC als keeperstrainer begon, bleek de club drie keepers als eerste keeper binnengehaald te hebben. Dit zorgde voor een zeer ongemakkelijke en ongewenste situatie. Zo merkte ik bijvoorbeeld dat alle drie de keepers ongeveer een minuut na elkaar het trainingsveld opkwamen en ze het niet fijn vonden om samen te trainen. Ik heb toen allereerst heel veel plezier in de trainingen ingebouwd door het doen van veel spelvormen. Vanaf dat moment zag ik dag bij dag dat de keepers het al leuker vonden om gezamenlijk bezig te zijn. Daarnaast heb ik veel tijd geïnvesteerd om met de keepers individueel te praten over deze situatie en ze een luisterend oor te bieden. Als laatste ben ik erin geslaagd om mijn kennis als keeperstrainer over te dragen. Ze merkten dat ze ondanks de ongemakkelijke situatie wél elke dag beter werden.”
Deze situatie, die misschien ook wel typerend is voor het Griekse voetbal, blijkt op een bijzondere manier te zijn afgelopen. “Uiteindelijk hebben de trainersstaf en ik in goed overleg de naar onze mening beste keeper gekozen als eerste keeper. Omdat ik erin geslaagd ben een omgeving te creëren waarin de keepers voelden dat ze bezig waren om beter te worden en ik ze door mijn individuele aanpak heb laten merken dat ze elkaar hiervoor nodig hadden, ontstond er uiteindelijk een situatie waarin de keepers elkaar ook steunden. Als ‘payment’ hiervoor zijn de reservekeepers allebei beloond met speeltijd aan het einde van het seizoen, toen er in de competitie voor het team niets meer op het spel stond. De relatie tussen de keepers onderling was uiteindelijk zo goed dat ze met zijn drieën de laatste drie jaar op mijn keeperskamp, dat ik elke zomer in Griekenland organiseer, zijn geweest.”
Iedere keeper werkt aan zijn eigen zwakke punten
Duidelijk is dat niet alleen de relatie tussen de keeperstrainer en keeper voor een optimale werksfeer zorgt om beter te worden, maar dat ook een goede onderlinge verstandhouding tussen de keepers gewenst is. Iedere trainer kent wel de voorbeelden van keepers die tijdens een wedstrijdwarming-up meer bezig zijn om ballen op geweldige wijze in de kruising te knallen, in plaats van de basiskeeper lekkere ballen te geven waardoor hij met een goed gevoel aan de wedstrijd begint. Om situaties als deze te voorkomen zorgt Berneanou voor een individuele aanpak in de keeperstraining, waarbij elke keeper aan zijn eigen zwakke punten werkt.
“Zoals gezegd breng ik in beeld wat de goede en zwakke punten zijn van de keepers met wie ik werk. Op basis hiervan kan ik er op twee manieren voor zorgen dat de keepers tijdens de keeperstraining aan hun zwakke punten werken. Uitgaande van een situatie waarin ik drie keepers train, bedenk ik op de eerste manier oefenstof waarin verbeterpunten van alle drie de keepers terugkomen. Zo kan het zijn dat de eerste keeper een probleem heeft met zijn linkerbeen, de tweede keeper met zijn eerste aanname en de derde keeper met een lange bal trappen vanaf de grond. Al deze handelingen komen dan terug in een bepaalde oefening. De keepers laat ik roteren in de oefening, zodat zij allemaal aan deze drie punten werken. Voor de keepers die de andere aspecten in de oefening al goed beheersen is het een kwestie van deze aspecten onderhouden en perfectioneren. Om te bewerkstelligen dat alle keepers zich ontwikkelen is het belangrijk dat ze elkaar helpen, want wanneer een keeper die bijvoorbeeld zijn aanname moet verbeteren alleen maar veel te zachte ballen krijgt ingespeeld van de andere keeper, dan hebben ze daar beiden niets aan. De eerste keeper verbetert zijn aanname niet en de tweede keeper zijn inspeelpass niet. In oefeningen waarin verbeterpunten van alle keepers terugkomen, zal iedere keeper optimaal gefocust zijn.”
Op de tweede manier ligt de focus in een oefening op slechts een handeling. “Soms zijn de zwakke punten van de verschillende keepers niet goed te combineren in een oefening. Wat ik dan doe is een punt van een van de keepers eruit pakken en hieraan werken. Per oefening of per dag pak ik de punten van de verschillende keepers eruit, zodat ze allemaal de kans krijgen om aan hun mindere punten te werken. Het zou niet eerlijk zijn om meer tijd te besteden aan een van de drie keepers dan aan de andere twee. Dit geldt ook voor het aantal herhalingen in een oefening. Stel dat de eerste keeper zijn timing bij voorzetten moet verbeteren, dan krijgt hij niet meer herhalingen dan de andere keepers. Uiteraard kan het wel zo zijn dat deze keeper een of een paar ballen meer krijgt, maar ik zal nooit een van de keepers alleen maar voorzetten laten trappen en een andere keeper deze alleen maar laten vangen. Net zoals in de oefeningen waarin verbeterpunten van alle keepers zijn verwerkt, geldt hier ook dat het belangrijk is om de dingen, waar iemand al goed in is, te onderhouden en aan te scherpen. Een verschil is wel dat ik mij als keeperstrainer in deze oefeningen voornamelijk focus op de keeper die aan zijn zwakke punt werkt, zodat hij zich zo goed en snel mogelijk ontwikkelt.”
Extra trainingsmomenten
Berneanou biedt zijn keepers nog een mogelijkheid om aan hun verbeterpunten te werken. Ook hierbij stelt de Griek dat alle keepers evenveel aandacht en tijd verdienen. “Bij mij krijgen de keepers om en om de kans om na de training een minuut of twintig à dertig extra werk met mij te doen. In goed overleg kunnen we dan aan de zwakke punten werken, maar soms kan het ook goed zijn om aan de goede punten te werken. Dit zal het vertrouwen van de keeper ten goede komen en daarnaast kan de keeper een specialist worden op bepaald gebieden en hiermee het verschil maken ten opzichte van de andere keepers. Uitgaande van een week waarin er zes keer getraind wordt, zijn er voor elke keeper dus twee extra trainingsmomenten. Natuurlijk mogen de andere keepers ook meedoen, maar mijn focus ligt wel op de keeper die aan de beurt is. Een voordeel van deze momenten is dat de keepers in alle rust kunnen werken en dat wanneer er intensief aan de zwakke punten wordt gewerkt, dit buiten het zicht van de andere spelers gebeurt en er dus geen overdreven aandacht ontstaat voor de mindere punten van de keeper. Het is niet handig dat wanneer een keeper niet sterk is bij bijvoorbeeld hoge ballen, hier zoveel de nadruk op wordt gelegd dat er bij wijze van spreken al paniek uitbreekt wanneer er in de wedstrijd een corner tegen gegeven wordt.” Het extra werk is geen verplichting maar een eigen keuze van de keepers. “Uiteraard hangt het van de training en het gevoel van de keeper af of hij extra werk wil doen. In het geval dat er heel zwaar getraind is of wanneer de keeper wat last heeft, kan het verstandiger zijn om direct naar binnen te gaan. Het is voor de keeperstrainer belangrijk, dat je alles in het belang van de keepers doet en hen hier ook van overtuigt. Maak duidelijk dat het noodzakelijk is om aan mindere punten te werken om je te verbeteren en dat, wanneer het mogelijk is, extra werk hierbij ontzettend helpt. Uiteindelijk is het belangrijkste dat de keeper alles uit zijn carrière haalt. De keeperstrainer kan hem hier met een individuele aanpak geweldig mee helpen.”