TEKST: ANDRÉ KRUL | BEELD: AFC AJAX & DAVE KEUNE
Een vrije trap tegen rondom het zestienmetergebied zorgt altijd voor een gevaarlijk moment. René Stam, keeperstrainer van Jong Ajax, vindt hierbij voor de keeper twee dingen erg belangrijk. Op de eerste plaats moet een keeper altijd stilstaan op het moment dat er geschoten wordt. Ook moet hij vertrouwen op de voor de wedstrijd gemaakte afspraken met zijn teamgenoten.
“Bij een vrije trap tegen centraal voor het doel is de keeper vaak geneigd al te bewegen, voordat de bal genomen wordt en te anticiperen op de bal die over de muur gespeeld wordt. Maar op het moment dat de bal dan in de eigen hoek geschoten wordt, is de keeper vaak kansloos. Hij moet dan ook te allen tijde zorgen dat hij in de juiste positie blijft wachten tot de bal geschoten wordt en erop vertrouwen dat het grootste deel van de korte hoek (de kant waar de muur staat) door de muur wordt afgeschermd. Wanneer de bal in de lange hoek komt (de kant waar de keeper staat), is deze voor de keeper en bij een bal over de muur kan de keeper altijd nog met een snelle reactie een hand achter de bal proberen te krijgen. Op deze manier is tachtig tot 85 procent van het doel gecoverd. Wanneer een bal dan toch wordt binnengeschoten, is het een geweldige goal en valt niemand iets te verwijten.”
Vrije trap voorkomen
Zoals een keeper door goed te coachen veel gevaarlijke situaties kan voorkomen, is het volgens René Stam ook deels mogelijk om, met de juiste coaching, te voorkomen dat er vrije trappen worden gegeven op gevaarlijke posities voor het doel.
“Een vrije trap kan, naar mijn mening, niet worden voorkomen door het roepen van containerbegrippen als ‘geen overtreding’ of
‘niks doen’, maar wel wanneer de keeper ervoor zorgt dat zijn verdedigers en verdedigende middenvelder juist gepositioneerd
staan. Wanneer de keeper er bijvoorbeeld voor zorgt dat de backs naar binnen knijpen en hierdoor niet verrast kunnen worden met een steekbal tussen hen en de centrale verdedigers in, zullen de backs geen noodgreep hoeven uit te voeren door een overtreding te maken. Daarnaast is het belangrijk dat de keeper zijn teamgenoten enthousiasmeert, waardoor zij altijd goed gefocust zijn en zodoende niet uit een moment van onachtzaamheid aan de noodrem hoeven trekken. Maar verder heeft het voornamelijk met het
karakter en de speelstijl van spelers te maken of zij veel vrije trappen veroorzaken. Er zijn jongens die agressief verdedigen, veel
slidings maken en daarom af en toe een overtreding maken, terwijl er ook spelers zijn die wat rustiger verdedigen en wachten tot
het juiste moment om in te stappen zonder het risico te nemen op een overtreding.”
“EEN GOEDE COACHING MAAKT HET DEELS MOGELIJK EEN VRIJE TRAP TE VOORKOMEN”
Afspraken maken voor de wedstrijd
De ervaren Stam somt direct een aantal zaken op die een keeper moet doen op het moment dat de scheidsrechter fluit voor een vrije trap. “Allereerst moet ervoor gezorgd worden dat er gelijk een speler voor de bal gaat staan om te voorkomen dat de bal snel genomen kan worden. Dit is een afspraak die voor de wedstrijd gemaakt moet worden. Het belangrijkste voor de keeper is om direct in te schatten hoeveel spelers hij in de muur wil hebben en om direct contact te hebben met de richter (de speler die de muur neerzet). Voor mij is een muur van vier spelers meer dan genoeg, simpelweg omdat hoe groter een muur is, hoe moeilijker het voor de keeper wordt om goed zicht op de bal te hebben.” Stam wijst er nadrukkelijk op hoe belangrijk het is om voor de wedstrijd goede afspraken te maken. “Als voor alle spelers duidelijk is wat zij moeten doen op het moment dat er een vrije trap gegeven wordt, voorkom je dat er een kakofonie van de keeper ontstaat. Vaak gebeurt het dat een keeper nog druk
aan het schreeuwen is om de muur goed neergezet te krijgen tot vlak voordat de bal genomen wordt, met als gevolg dat de keeper niet volledig gefocust is op het moment van schieten. Op alle niveaus, of dat nu bij Ajax is of bij Klokkentoren 5, kan dit voorkomen worden. In de ideale situatie staan de spelers die in de muur moeten staan snel op hun positie. De richter is de een na buitenste
man in de muur, aan de kant ter hoogte van de paal in de korte hoek. Deze draait zich om naar de keeper die bij de paal staat. De keeper hoeft vervolgens in principe alleen maar met zijn hand aan de richter aan te geven of de muur naar rechts of links moet.”
Positie van de muur en de keeper
Hoe de positie van de muur moet zijn gaat volgens een bekende stelregel: wanneer er een lijn van de paal naar de muur getrokken wordt, staat de op een na buitenste speler op deze lijn en de buitenste speler voorbij de paal. Op deze manier voorkom je dat een bal om de muur heen gekruld kan worden richting korte hoek. Staat er bij een bal vanaf rechts, vanuit de positie van de keeper gezien, alleen een rechtspoot bij de bal, dan kan de muur ook meer naar binnen staan. Voor de positie van de keeper heeft dit echter gevolgen. “Het is zeer belangrijk dat de keeper de bal ziet vertrekken. Hier kan hij het beste voor zorgen door langs de muur het zicht op de bal te hebben. Dus hoe verder de muur naar bin nen staat, hoe verder de keeper naar zijn eigen hoek moet staan. Daarom vind ik vier spelers in de muur het absolute maximum. Om ervoor te zorgen dat hij bij meer dan vier spelers niet te veel naar zijn eigen hoek gaat staan, zal de keeper de muur verder voorbij de paal moeten zetten. Het gevolg hiervan is dat de buitenste speler(s) geen functie meer hebben. Bij een bal van verder weg kunnen twee of drie spelers in de muur ook volstaan.”
De keeper neemt zijn positie dus in naast de muur. “Hoe en waar de keeper staat is afhankelijk van zijn persoonlijke voorkeur. Mijn advies is om haaks op de bal te staan, zodat de keeper makkelijk kan instappen en de bal kan insnijden, wanneer deze in zijn eigen hoek geschoten wordt, en iets voor de lijn. Er kan ook voor gekozen worden om op de lijn te gaan staan, zodat de keeper meer tijd heeft om te reageren en achter de bal te komen. Dit hangt ook weer af van de persoonlijke voorkeur van de keeper en zijn kwaliteiten. Een keeper met een wat langzamere reactie afzet kan hiervoor kiezen, terwijl een keeper met een snelle reactie wat verder van de lijn af kan staan (om goed in te snijden). Verder moet ik zeggen, dat wanneer de keeper echt blijft wachten tot er geschoten wordt, hij zelden de tijd heeft om met snel voetenwerk achter de bal te komen. Vaak kan er slechts één pas genomen worden, voordat de keeper afzet. Om meerdere passen te kunnen zetten moet de bal wel heel lang onderweg zijn, of van grote afstand worden genomen.”
De positie van de doelman in het doel ten opzichte van de palen heeft volgens de 52-jarige Stam voornamelijk te maken met de
afstand waar vandaan geschoten wordt. “Over het algemeen vind ik dat een keeper ongeveer eenderde van het doel moet pakken
en de muur de overige tweederden. Waar het uiteindelijk om gaat is dat hij de controle heeft over zijn eigen hoek, want daar mag de bal er nooit ingaan. Hoe verder de bal van het doel afligt, hoe verder de keeper naar het midden kan staan, omdat hij dan meer tijd heeft om te reageren op een bal in de lange hoek. Ook dit is echter weer afhankelijk van hoe snel de reactie van de keeper is en zijn afzet. Een handig hulpmiddel voor de keeper kan zijn om vanuit zijn positie naar de kruising van zijn eigen hoek
te kijken: wanneer de bal hier geschoten wordt en hij hier bij kan, dan staat hij goed. Maar wanneer de keeper het gevoel heeft dat de bal hier nog binnen geschoten kan worden, zal hij zijn positie moeten aanpassen naar deze hoek toe.”
Trainbaar maken
Veel spelers hebben een hekel aan het trainen op dode spelmomenten. Volgens René Stam is het echter absolute noodzaak om op
de vrije trap tegen te trainen. “Afhankelijk van hoeveel discipline er in een team aanwezig is, moet de organisatie bij een vrije
trap verdedigend altijd in een training terugkomen. Het beste moment hiervoor is de afsluitende training voor de wedstrijd. In deze
training heeft de trainer meestal min of meer wel in zijn hoofd wie er gaan spelen en kan er kort aandacht besteed worden aan de organisatie. Dit hoeft maar een paar minuten te duren en kan makkelijk worden toegepast voor of tijdens een groot partijspel. Zo kan de trainer op dit moment, in overleg met de keeper, aanwijzen wie er in de muur staan. Ik vind dat de langste twee spelers altijd in het midden moeten staan, omdat daar de meeste ballen over de muur gaan.”
“Daarnaast moet de richter aangewezen worden en de spelers die naast de muur staan om het gevaar op een variant eruit te halen. Verder is het belangrijk dat alle spelers in de muur altijd springen en dat afgesproken wordt dat spelers die naast de muur
staan, nadat de bal genomen is, altijd doorlopen naar het doel om een eventuele rebound te verijdelen. Voor de keeper zijn dit
goede trainingsmomenten om te leren de leiding te pakken en ervoor te zorgen dat de gemaakte afspraken worden nagekomen, te
experimenteren met zijn positie en zodoende zijn persoonlijke voorkeur leren ontdekken en zichzelf aan te leren altijd te blijven wachten.”