TEKST: ANDRE KRUL | BEELD: RKC WAALWIJK

Kostas Lamprou is een opvallende verschijning in keepersland. Met zijn 1,76 meter is hij klein van stuk, maar groots in daden. Na een aantal seizoenen waarin Lamprou weinig aan spelen toekwam, toont hij zich dit seizoen bij RKC Waalwijk een betrouwbare doelman die opvalt met katachtige reddingen. In een openhartig verhaal vertelt de Griekse doelman over de tegenslagen die hij in zijn carrière heeft moeten overwinnen en hoe hij hiermee is omgegaan.

Lamprou groeit op in het Griekse Chalkida en speelt zijn eerste wedstrijdjes bij amateurclub Atromitos Elpida. Als kleuter is de nu 29-jarige doelman al helemaal gek van keepen en zelfs in de autoritjes met zijn ouders duikt hij op de achterbank van links naar rechts en terug. Zijn grote droom vanaf dat moment is om als professioneel keeper de wereld te veroveren. Op 14-jarige leeftijd lijkt Lamprou een reuzenstap te zetten om deze droom werkelijkheid te laten worden: via een zaakwaarnemer doet de mogelijkheid zich voor om stage te lopen bij Ajax. Het blijkt echter een voorbode te zijn van de eerste tegenslag die de Griek zal moeten verwerken.

Loser

“Bij Ajax heb ik zeven maanden meegetraind, maar ben ik uiteindelijk niet in de opleiding opgenomen. De reden hiervoor was dat ze me niet lang genoeg vonden en dat ze daarom het risico te groot vonden om in een buitenlandse keeper te investeren. Met mijn moeder ben ik naar Nederland gekomen en met haar heb ik de optie besproken om terug te gaan naar Griekenland. Voor mij was het al snel duidelijk dat ik dit absoluut niet wilde. Ik kwam naar Nederland om mijn droom achterna te gaan en wilde niet als een loser terugkeren. Tegen m’n moeder heb ik gezegd dat ik pas terug wilde gaan op het moment dat ik het hoogste niveau in Nederland bereikt had.”

Lamprou meldt zich aan bij amateurclub Amstelveen Heemraad, waar hij al regelmatig met de A1 meespeelt. De Griek voelt het vertrouwen van de club, maar krijgt al snel met nieuwe tegenslag te maken. “In mijn eerste seizoen scheurde ik mijn kruisband af. Gelukkig mocht ik bij Ajax revalideren, maar toen ik net weer fit was brak ik tijdens een wedstrijd bij Amstelveen mijn pink en zat ik een tijdje in het gips.” Lamprou vecht zich terug, loopt stage bij Anderlecht en Sparta, maar wordt uiteindelijk aangenomen door Feyenoord. Bij de Rotterdamse club komt hij in de B1 terecht en klimt steeds hogerop in de jeugdopleiding. De stap naar het eerste elftal blijkt echter nog te groot te zijn en op zijn achttiende wordt Lamprou verhuurd aan stadgenoot Excelsior, destijds spelend in de Eredivisie.

In de maling genomen

“Bij Excelsior begon ik in de voorbereiding als eerste keeper, maar werd me vanaf het begin duidelijk gemaakt dat de club op zoek was naar een meer ervaren keeper die in de competitie zou gaan spelen.” In de persoon van Cees Paauwe, overgenomen van FC Twente, wordt deze keeper ook aangesteld, maar waar Lamprou verwacht in ieder geval op de bank te zitten, krijgt hij wederom een teleurstelling te verwerken. “Zonder enige uitleg werd ik plotseling derde keeper en zat ik bij de wedstrijden helemaal niet meer bij de selectie. Ik voelde me in de maling genomen en in de winterstop ben ik teruggegaan naar Feyenoord. Op dat moment was ik nog liever 480e keeper bij Feyenoord dan derde keeper bij Excelsior.”

In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten besluit de ambitieuze doelman terug te knokken. Voor alle keepers heeft hij een advies. “Bij tegenslag is het belangrijk om allereerst te accepteren wat er gebeurd is. Verder moet je in je hoofd blijven houden wat je doel is of een nieuw doel vinden om voor te vechten en beseffen dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden. Als iets tegenzit, is dit niet het einde van de wereld.”

Grote beloning

Lamprou traint keihard bij Feyenoord en beseft al op jonge leeftijd dat hij als kleine keeper nog harder moet werken dan anderen. “Als mensen zeggen dat ik niet goed genoeg of niet groot genoeg ben, zorgt dat bij mij voor een extra drive om te laten zien wat ik kan. Omdat er altijd mensen zijn die zeggen dat ik te klein ben, moet ik me continu blijven bewijzen. Ik accepteer dat ik niet de grootste ben, hier kan ik namelijk niets aan doen, maar zorg ervoor dat ik keihard werk aan de dingen waar ik wel invloed op heb, zoals het verbeteren van mijn snelheid en sprongkracht. Verder kan ik mijn gebrek aan lengte compenseren door te anticiperen, situaties te lezen en goed positie te kiezen.”

In het tweede seizoen na zijn terugkeer bij Feyenoord volgt de grote beloning voor de fanatieke keeper. In de bekerwedstrijd tegen AGOVV maakt hij onder trainer Ronald Koeman zijn debuut in het eerste elftal. In totaal speelt hij veertien wedstrijden, waaronder de klassieker tegen Ajax. “Ik ben ervan overtuigd dat als je in jezelf gelooft het goed komt, waarbij je natuurlijk wel wat gevoel moet hebben voor wat je nastreeft. Daarnaast is het belangrijk dat je mensen om je heen hebt die vertrouwen in je hebben en die het beste met je voor hebben. Bij tegenslag is het goed om met deze mensen te praten en niet gesloten te zijn. Het kan helpen om je gevoelens te uiten in een vertrouwelijke omgeving, om zodoende los te komen van negativiteit. Hierbij is het wel belangrijk dat de mensen met wie je praat realistisch zijn en je niet alleen maar schouderklopjes geven. Uiteindelijk word je alleen maar beter wanneer iemand zijn eerlijke mening geeft.”

Flink wakker geschud

Als mensen zeggen dat ik niet goed genoeg of niet groot genoeg ben, zorgt dat bij mij voor een extra drive om te laten zien wat ik kan”

In het seizoen 2014/ 2015 wordt Kostas Lamprou verhuurd aan Willem II, waarna hij een seizoen later transfervrij de definitieve overstap naar de Tilburgse club maakt. In deze periode groeit de doelman uit tot een volwaardige eredivisiekeeper. Zijn start is echter ronduit dramatisch te noemen. “In mijn debuutwedstrijd tegen PSV maakte ik een enorme fout en pakte ik een rode kaart. Dit was voor mij een grote klap in m’n gezicht en zorgde ervoor dat ik weer even flink werd wakker geschud. Gelukkig hebben keeperstrainer Raymond Visser en trainer Jurgen Streppel me gesteund en gelijk uitgesproken dat ze nog steeds vertrouwen in me hadden. De eerste wedstrijd na m’n schorsing speelde ik tegen AZ een hele goede wedstrijd, waarin ik belangrijk was voor het team.”

Het was een moment dat Lamprou even nodig had. Hierop volgt een aantal seizoenen waarin de gedreven goalie meermaals zijn waarde voor de Tricolores toont. Uit Lamprous voorbeeld blijkt hoe belangrijk het is om als trainer en keeperstrainer een doelman vertrouwen te geven. Laat hem niet na één foutje vallen, maar help hem en de kans is groot dat dit zijn vruchten afwerpt.

Onder een vergrootglas

Na drie seizoenen besluit Lamprou dat het tijd is voor een nieuwe uitdaging en tekent hij voor twee seizoenen bij Ajax. Via een grote omweg mag hij zich uiteindelijk toch Ajacied noemen. In het tweede seizoen, het jaar waarin de Amsterdammers de halve finale van de Champions League bereiken, is Lamprou tweede keeper achter André Onana en komt hij tot een handvol wedstrijden. De meest in het oog springende wedstrijd is ongetwijfeld de 4-4 tegen Heerenveen. De doelman maakt geen blunders, wint in de laatste minuten nog een belangrijk 1:1 duel, maar ziet er bij een aantal goals niet goed uit en is hierdoor de kop van Jut bij supporters en in de media.

“De wedstrijd heeft heel veel impact op mij gehad. Op Instagram ontving ik zoveel negatieve berichten, waaronder dreigementen, dat ik zelfs besloot om m’n account tijdelijk te verwijderen voor onbekenden. Want ook al ken je de mensen niet, toch doet het iets met je en is het pijnlijk. Een aantal weken ben ik echt van slag geweest, waardoor ook m’n niveau tijdens trainingen niet goed meer was.” Tot overmaat van ramp legt Ajax de Portugees Bruno Varela vast als nieuwe tweede doelman, waardoor Lamprou op het derde plan terecht komt. Toch herpakt hij zich. “Na gesprekken met de trainers, de mensen die dichtbij me staan en een sportpsycholoog is het me gelukt om de situatie los te laten. Ik ben weer keihard gaan trainen en heb mezelf ook leuke dingen gegund. De wedstrijd tegen Heerenveen was slechts één moment. Dit kan nooit bepalen hoe ik als mens ben en hoe een heel seizoen is. Je kunt niet perfect zijn en uiteindelijk is het me gelukt om niet in het negatieve te blijven hangen.”

Het resultaat is dat de voormalig Grieks jeugdinternational aan het einde van het seizoen vol trots met de kampioensschaal in zijn handen op het Museumplein staat. Via Vitesse belandt Lamprou bij RKC Waalwijk, waar hij de concurrentiestrijd met Etienne Vaessen in zijn voordeel beslist heeft en weer als vanouds punten pakt voor zijn team. “Na alles wat ik in de laatste jaren heb meegemaakt ben ik nu beter in staat om met kritiek en tegenslag om te gaan. Als voetballer lig je nu eenmaal onder een vergrootglas en hoort kritiek erbij. In de media gaat het veel over mijn lengte, maar hier heb ik mee leren leven. Het is de realiteit dat ik een kleine keeper ben, en inmiddels kan ik zelfs om bepaalde grappen lachen, zoals die bij Veronica Inside gemaakt worden. Het belangrijkste is dat ik houvast heb en een sterke basis om op terug te vallen, met name van familie en vrienden. Verder weet ik van mezelf dat ik altijd keihard werk en dat ik de zaken die ik zelf in de hand heb zo goed mogelijk voor elkaar heb. Zo train ik veel in de gym en zorg ik ervoor dat ik goed slaap en eet.” De ervaren Lamprou zal, zoals alle keepers, vast nog fouten maken en nieuwe tegenslag ondervinden, maar wie hem een beetje kent, weet dat hij ook dan weer keihard terug zal slaan.

Benieuwd naar de favoriete oefenvormen van Kostas Lamprou?

Oefenvorm 1

Oefenvorm 2

Vorig artikelMenzo: Het gevecht onder de lat
Volgend artikelIn gesprek met Béla Szénási over het nut van geïsoleerd trainen