DE KEEPERSTRAINER I TEKST: ANDRE KRUL I BEELD: JOHN GROENEWEG/ ANDRE KRUL

Sinds de oprichting van de vrouwentak van Feyenoord is Jacintha Weimar (26) de betrouwbare nummer één onder de lat bij de Rotterdammers. Dit leidde in september 2023 tot haar debuut voor de OranjeLeeuwinnen. Weimar keepte een prima wedstrijd, tot ze in de laatste minuut de fout inging. In gesprek met KeepersMagazine vertelt de oud-keepster van Bayern München openhartig over het omgaan met fouten, haar bijzondere weg naar de top en haar verwachtingen van de keeperstrainer. 

Heurelho Gomes

Jacintha groeide op in het Brabantse dorpje Best. Van jongs af aan was ze altijd met de bal bezig. Op pleintjes, in de tuin en op de velden van Best Vooruit. Bij de lokale club stond ze aanvankelijk in de verdediging. PSV-verdediger Alex, alias ‘De Tank’, was Weimars grote voorbeeld. “Ik speelde altijd in een jongensteam en was dan laatste vrouw. Eigenlijk ben ik per ongeluk op doel terechtgekomen. In de F-pupillen was een keeper geblesseerd en ben ik gaan keepen.” Dat ging zo goed dat Weimar is blijven staan. “Toen werd Heurelho Gomes mijn voorbeeld. Ook niet erg,” zegt Weimar met een lach op haar gezicht. Omdat ze het voetballen nog niet wilde opgeven, stond ze evengoed regelmatig als veldspeler opgesteld. 

“Eigenlijk ben ik per ongeluk op doel terechtgekomen”

Jongensteam

Dit veranderde toen ze naar het grote veld ging. “Vanaf dat moment ben ik alleen maar gaan keepen. Elke zaterdag om twaalf uur stond ik bij de jongens op doel. En dan vaak in de middag bij het vrouwenteam, dat geen vaste keepster had. De dames vonden het fijn als ik meedeed. Konden ze mooi kampioen worden, haha.” Vanaf het moment dat Weimar een jaar of twaalf was, had Best Vooruit een vrouwenteam, maar het was een bewuste keuze om bij de jongens te blijven spelen. “Inmiddels speelde ik ook voor de KNVB, en door de mensen bij de bond werd het aangeraden zolang mogelijk in een jongensteam te blijven keepen. Voor de jongens was het nooit gek. Buiten de club om was ik ook altijd met hen aan het voetballen. Ik vond voetbal echt leuk. En eigenlijk is het nog steeds het leukste dat er is.”

KNVB 

Tussen de jongens viel Jacintha Weimar op door haar kwaliteiten. Dat ontging ook de KNVB niet. Ze werd uitgenodigd om een traject te volgen, waarin ze samen met andere talentvolle meisjes uit de omgeving van Den Bosch en Eindhoven twee ochtenden in de week ging trainen. Dit werd met haar school afgestemd. Daarnaast bleef Weimar drie keer in de week bij Best Vooruit trainen en speelde ze daar in het weekend haar wedstrijden. Na een jaar werd ze definitief opgenomen in het opleidingsteam CTO Eindhoven. Dit team is door de KNVB in het leven geroepen voor talenten die nog niet bij een betaald voetbalclub spelen. Hier trainde Weimar elke dag en speelde ze met het team in een jongenscompetitie. Weimar deed het zó goed, dat ze ook werd opgeroepen voor het nationale team voor speelsters onder 16 jaar. 

Bayern München 

Daar bleef het niet bij. In het derde jaar dat Weimar bij het CTO-team zat, organiseerde de coach een vriendschappelijke wedstrijd tegen Bayern München. In deze wedstrijd liet een scout van de Duitse grootmacht zijn oog vallen op de keepster met de langere donkere krullen. Inmiddels trainde Weimar ook eenmaal in de week mee met PSV. Bij haar jeugdliefde had ze de kans om mee te groeien de Eredivisie in, maar de lokroep uit Beieren bleek te sterk. Weimar zette een handtekening onder een tweejarig contract. “Ik kon een contract tekenen bij de kampioen van Duitsland. Ik dacht: dit moet ik gewoon doen! Dan zien we erna wel verder. Terug naar Nederland kan altijd nog. “

“Ik kon een contract tekenen bij de kampioen van Duitsland. Ik dacht: dit moet ik gewoon doen!”

Team met veel culturen

Weimar sloot aan als derde keeper en paste zich snel aan. “Ik was net achttien geworden en ging in een appartement wonen met een teamgenootje. Het hielp dat Stephanie van der Gragt en Vivianne Miedema er ook speelden. Samen met Steef zat ik op Duitse les, alhoewel we hier snel mee stopten. Maar we gingen vaak samen eten of de stad in.” Verder waren er veel andere buitenlandse speelsters. “Het was een team met veel culturen. Zo waren er meiden uit Amerika, Japan, Noorwegen, Zwitserland en Zweden. Doordat er zoveel verschillende invloeden waren, was het makkelijk om contact op te bouwen.”

Op het veld moest Weimar in het begin aanpoten, maar langzaam groeide ze naar het niveau toe. “Ik kwam in het team met meiden die Olympisch goud en EK’s en WK’s hadden gewonnen. Wat het lastig maakte, was dat ik weinig wedstrijden speelde. Ik zat op de bank bij het eerste, maar kon vaak niet in het tweede spelen, omdat dat team in de Tweede Bundesliga voetbalde, en net als het eerste op zondag speelde.” 

SC Sand

Toch verlengde Weimar haar contract met twee jaar. Ze maakte haar debuut in de competitie en de beker, maar een definitieve doorbraak bleef uit. De jacht naar speelminuten dreef haar naar SC Sand, een laagvlieger in de Bundesliga. Al na een jaar eindigde de samenwerking. “Ik heb ongeveer de helft van de wedstrijden gespeeld, maar kon totaal niet opschieten met de trainer. Ze wist absoluut niet hoe ze een selectie moest managen. Daar kon ik heel lastig mee omgaan.” Vier wedstrijden voor het einde van de competitie werd de coach ontslagen. Onder leiding van de nieuwe trainer, maar met Weimar op de bank, werd degradatie op miraculeuze wijze voorkomen. “De trainer wilde de keepster die speelde laten staan. Daar heb ik geen heisa van gemaakt. Ik heb er alles aan gedaan het niveau van trainen hoog te houden en was er superblij mee dat we erin bleven.”

Feyenoord

Na het teleurstellende seizoen bij Sand vond de keepster het tijd voor een terugkeer naar Nederland. Via haar zaakwaarnemer zocht ze contact met Feyenoord, waar werd begonnen met vrouwenvoetbal. Eén van de wedstrijden die Weimar nog helder voor de geest staat, is de eerste wedstrijd in De Kuip tegen Ajax. “Bij rust stonden we al met 4-0 achter. Eén van de goals was mijn fout en in een andere situatie kwam ik uit en raakte ik vol de tegenstander. De scheids dacht echter dat ik de bal speelde en daarom mocht ik blijven staan.” Met de pest in het lijf zocht Weimar de kleedkamer op. “Ik bedacht me dat ik met vier tegendoelpunten al vroegtijdig binnen had kunnen zitten, maar ook dat ik er niets meer aan kon veranderen. Die vier lagen er toch al in. Waar ik nog wel wat aan kon doen, was de tweede helft. Ik ben naar buiten gegaan en het leek wel of mijn zus er stond. Alles had ik. Als een soort magneet.“

“Ik ben naar buiten gegaan en het leek wel of mijn zus er stond. Alles had ik. Als een soort magneet“

In perspectief plaatsen

Weimar is zich er van bewust dat een keeper moet afwachten wat er op hem of haar afkomt. “Ik kan me niet voornemen wat een verdediger wel kan. Zo van: ik ga nu tien keer indribbelen en laten zien dat ik goed ben. Het enige wat ik kan doen is alles wat er op me afkomt beter doen dan ervoor en gewoon lekker gaan keepen. Ook helpt het om dingen in perspectief te plaatsen. Die ene bal had ik kunnen hebben, maar aan de andere tegengoals kon ik niets doen. En ik had die speelster niet moeten raken. Dan kom je op maar twee mindere momenten. Uiteindelijk baalde ik ervan dat we met 4-1 verloren, maar vond ik het ook knap van mezelf dat ik in de tweede helft zo’n prestatie kon leveren.”

(tekst loopt verder onder foto)

Weimar tussen haar teamgenoten.

Kans in het Nederlands Elftal

Bij Feyenoord kwam Weimar voor het eerst in beeld bij het Nederlands Elftal. Na al een paar keer geselecteerd te zijn geweest, stond ze voor het EK 2022 in Engeland stand-by. Toen Sari van Veenendaal in de eerste wedstrijd een schouderblessure opliep werd Weimar ingevlogen. “Ik zag de wedstrijd op TV en hoopte oprecht dat Sari weer zou opstaan. Het was haar laatste eindtoernooi en zo’n boegbeeld als zij geweest is gun je een mooie afsluiting. Helaas was dat niet zo.”

Daphne van Domselaar nam de rest van het toernooi plaats tussen de palen. Zij deed dit zo goed, dat er na het stoppen van Van Veenendaal geen enkele discussie was wie haar opvolger moest worden. Jacintha Weimar zat steevast als één van de reservekeepers bij de selectie van bondscoach Andries Jonker. In oefenwedstrijden tegen België en Zuid-Korea kreeg ze speelminuten. Door een blessure van Van Domselaar kreeg de Feyenoordgoalie in september 2023 haar kans. In de belangrijke Nations Leaguewedstrijd tegen België prijkte haar naam bovenaan het wedstrijdformulier. 

Verschil met Feyenoord

“Vooraf heb ik er altijd zin in, maar nu was ik wel iets meer gespannen dan voor een wedstrijd, met alle respect, tegen PEC Zwolle uit op een amateurcomplex,” vertelt Weimar. Tijdens de wedstrijd merkte ze een verschil met de wedstrijden bij Feyenoord. “Ik hoefde de speelsters veel minder neer te zetten. Veel dingen doen de verdedigsters bij het Nederlands Elftal uit zichzelf al gewoon goed, zoals het aansluiten en rugdekking geven. Bij de club kom ik juist in de wedstrijd door veel te coachen en actief mee te doen in de organisatie. Dat maakte het wel moeilijker.”

“Veel dingen doen de verdedigsters bij het Nederlands Elftal uit zichzelf al gewoon goed, zoals het aansluiten en rugdekking geven”

Corner

Desondanks zat Weimar goed in de wedstrijd. Ze kreeg niet veel te doen, maar was sterk aan de bal en maakte, door scherp achter de laatste linie mee te spelen, een gevaarlijke counter onschadelijk. Nederland domineerde in Leuven en kwam na een uur spelen terecht op een 1-0 voorsprong. Een minuut later viel pardoes de gelijkmaker achter de doelvrouw van Oranje. “Vanaf dat moment merkte je dat het een beetje shaky werd. We maakten veel kansen niet af en toen kwam in blessuretijd het typische verhaal om de hoek kijken: als je zelf niet scoort doet de tegenstander het. We kregen een corner tegen en veel spelers gingen rondom mij staan, wat best irritant was. Daarna weet ik niet meer wat ik dacht. Ik wilde de vuisten onder de bal zetten, maar dat ging niet goed. Via het hoofd van Jassina Blom viel de bal in het doel. Even later werd er gefloten voor het eindsignaal.” 

Emotionele speech

In kleedkamer kwamen verschillende speelsters naar Weimar toe om haar op te beuren en te feliciteren met haar officiële debuut. “Dat was wel heel dubbel. Als de wedstrijd een minuut korter had geduurd, had ik aangetoond een prima vervanger te zijn.” Bij de OranjeLeeuwinnen is het gebruikelijk dat een speelster die haar debuut maakt,  in de kleedkamer een speech houdt. “Dat was best emotioneel. Niet alleen voor mij, maar voor meer teamgenoten, omdat zij zich herkenden in mijn verhaal.” Weimar vertelde dat ze drie jaar geleden misschien allang was afgeschreven door veel mensen. “Tot de onder 20 zat ik altijd bij de nationale selecties, maar omdat ik bij de club niet speelde kon ik de stap naar het A-elftal niet maken. Dat ik er uiteindelijk toch stond, moet mij ook het vertrouwen geven dat het goed gaat komen en ik hier sterker uitkom.”

Steun

Wat hielp was de steun van Andries Jonker. “Hij is altijd met me blijven praten en heeft me niet compleet genegeerd. Dat gaf een fijn gevoel. Hij heeft me direct na de wedstrijd opgezocht en ook de volgende dag. Misschien dat er coaches zijn die deze zaken liever aan een assistent of de keeperstrainer overlaten, maar Andries is iemand die deze dingen zelf doet.” Ook sprak Weimar met keeperstrainer Erskine Schoenmakers en op de club met Arjan van der Kaay.

“Arjan was net keeperstrainer bij Feyenoord en ik kende hem nog maar kort. We zaten nog in het opbouwen van een band. Hij moest mij nog heel erg leren kennen en erachter komen hoe hij me moet benaderen. Ik ben niet lastig, maar op het oog ben ik iemand van wie je denkt dat je die soms beter even met rust kunt laten. Toch vind ik het prettig als iemand naar me toekomt en met me praat. Dat was in het begin even zoeken.” 

(tekst loopt verder onder foto)

Jacintha Weimar verlaat het veld na een wedstrijd met Feyenoord.

Verwachtingen

Weimar vindt dat het niet alleen de taak van de keeperstrainer is om dat uit te zoeken. “Als ik ergens mee zit kan ik het ook delen. Ik denk soms dat heel veel speelsters verwachten van een trainer dat hij of zij naar jou toekomt, maar ik vind dat je ook zelf kunt aangeven wat je van een trainer verwacht. Misschien is dat een beetje eng, zeker als je jong bent, maar een keeperstrainer kan zich heus wel schikken naar het type persoon dat je bent.  Een hoofdcoach heeft met zoveel meiden te maken, dat gaat gewoon niet. Maar een keeperstrainer die met drie of vier mensen werkt, kan echt wel rekening houden met hoe jij bent.”

“Een keeperstrainer die met drie of vier mensen werkt, kan echt wel rekening houden met hoe jij bent”

Kwetsbaar opstellen

Ook binnen het team vindt Weimar dat er op een meer open manier met elkaar gesproken kan worden. “Ik ben zo kritisch op mezelf, dat ik eigenlijk vind dat de rest fouten mag maken, maar ik niet. Nu ben ik ermee bezig om te accepteren dat het erbij hoort. Dat doe ik door erover te praten. Als ik mezelf heb uitgesproken, voelt het erna minder zwaar. Soms praat ik met een mentale begeleider of teamgenoten met wie ik een sterke band heb. We willen ons naar elkaar toe misschien groot houden en onze onzekerheden niet laten zien. Ik denk dat we als team stappen kunnen maken in het kwetsbaar opstellen van onszelf. Soms zie ik op trainen meiden zo goed bezig, en dan lijkt het alsof ze in de wedstrijden met een bepaalde handrem erop spelen. Ik denk dat veel speelsters ermee te maken hebben dat ze in de wedstrijden alleen de goede dingen willen laten zien en geen risico’s durven te nemen. Dit onderling bespreekbaar maken kan ontzettend helpen.”

“Ik denk dat veel speelsters ermee te maken hebben dat ze in de wedstrijden alleen de goede dingen willen laten zien en geen risico’s durven te nemen. Dit onderling bespreekbaar maken kan ontzettend helpen”

Arjan van der Kaay

Weimar praat ook met mensen buiten de sport, zoals haar vriendin. “Die mensen kijken er met een andere blik naar en kunnen sommige zaken, anders dan sporters die alles goed willen doen, beter relativeren.” In dat laatste speelt ook keeperstrainer Arjan van der Kaay een belangrijke rol. “Hij helpt me om dingen in perspectief te plaatsen, en niet alleen naar de fouten an sich te kijken. Hij kijkt wat er precies is fout gegaan. Is dit iets wat ik altijd fout doe, of doe ik het slechts eens van de honderd keren fout? Arjan zegt dat ik af en toe doe alsof het altijd gebeurt en haalt dan wedstrijden terug waar ik een bepaalde bal wél pakte en daarmee de winst over de streep trok. Hij helpt me er niet zo zwaar aan te tillen. Dat werkt voor mij heel goed. “

Ruimte voor overleg

Het zou voor Weimar niet goed zijn als ze een keeperstrainer zou hebben met dezelfde kritische houding. “Als iemand heel erg de nadruk op fouten zou leggen en je allebei de volgende wedstrijd ingaat op een manier van ‘oh er mag geen fout gemaakt worden’ dan zou dat alleen maar voor extra druk zorgen.” De doelvrouw vindt dat een keeperstrainer vooral moet kijken met wat voor keeper deze te maken heeft. “Kijk wat iemand nodig heeft en projecteer niet teveel je eigen idealisme op de keepers. Je moet het vooral samen doen. Ik denk dat iemand zich dan veel lekkerder voelt. Dat neemt niet weg dat ik vind dat je alles moet proberen. Voor mijn gevoel zijn er bijvoorbeeld wel 10.000 blokvarianten. Deze kun je best in de training implementeren, maar ik denk dat je iemand niet moet begrenzen in de uitvoering ervan. Wanneer er ruimte is voor overleg en je als keeper kunt uitleggen waarom je dingen op een bepaalde manier doet, kun je elkaar altijd begrijpen.”

“Kijk wat iemand nodig heeft en projecteer niet teveel je eigen idealisme op de keepers”

Nieuwe kans

Voor een nieuwe kans in het Nederlands Elftal weet Weimar wat ze moet doen. “Mijn debuut heeft me een dubbel gevoel gegeven. Als klein meisje droomde ik ervan in Oranje te spelen, maar de wedstrijd zelf was natuurlijk niet zo lekker. Mijn mooiste moment moet denk ik nog komen. Ik hoop dat ik over een paar jaar kan terugkijken op deze wedstrijd met het gevoel dat het misschien wel nodig was geweest om een les te leren. Het is moeilijk om dat nu te beseffen, maar hopelijk komt die kans en kan ik dan ontzettend trots zijn dat ik nooit heb opgegeven. Nu is het een kwestie van mezelf blijven ontwikkelen en fit blijven. Dan kan die kans zomaar weer voor de deur liggen.”

Vorig artikelSteven van Dijk doet mee voor het kampioenschap in Nieuw-Zeeland
Volgend artikelKeeperstraining in Senegal