Keepersbijscholingsdagen in Uganda

Met Edouard Mendy en André Onana kennen we tegenwoordig twee Afrikaanse keepers die de wereldtop gehaald hebben. Onana is op jonge leeftijd vanuit Kameroen naar de jeugdopleiding van Barcelona gegaan, terwijl Senegalees Mendy geboren is in Frankrijk en opgeleid door Le Havre. Hoe staat het ervoor met de keepers in Afrika zelf? Hoe worden zij opgeleid en hoe is het niveau? Hoofdredacteur André Krul reisde, op jacht naar een contract, af naar Afrika. In deze blog schrijft hij over zijn Afrikaanse keeperservaringen.

Express FC

De eerste blog gaat over mijn tijd in de Ugandese hoofdstad Kampala, waar ik heb meegetraind bij Express FC, een club die op het hoogste niveau van Uganda speelt. Ik ben daar mede terecht gekomen via Daniel Kiwanuka. Daniel is de keeperstrainer van de club en kent Maarten Arts, die in 2015 voor scoutingswerkzaamheden in Afrika is geweest. Toen ik bij Maarten mijn wens kenbaar maakte om in Afrika te spelen, heeft hij me in contact gebracht met Daniel.

Poor grounds

Naast zijn werkzaamheden voor de club is Daniel verbonden aan de Ugandese voetbalbond. In deze hoedanigheid heeft hij, samen met James Magala (keeperstrainer van het nationale vrouwenelftal), twee bijscholingsdagen georganiseerd voor alle keeperstrainers van het land. Na mijn trainingen ben ik van harte uitgenodigd om langs te komen en kennis te maken. De eerste dag bestaat uit theoriesessies. Het doel is om alle aspecten waar de keepers en hun trainers mee te maken krijgen te behandelen. Dit loopt uiteen van het trainen op technische en tactische vaardigheden tot aan het omgaan met ‘poor grounds’.

De eerste dag van de bijscholingscursus bestaat uit theoriesessies.

Hoog gras

Inmiddels weet ik uit eigen ervaring dat dit laatste in Uganda een belangrijk aspect is van het keepen. Ik heb twee weken met de club meegetraind en daarin drie oefenwedstrijden gespeeld. Deze vonden alle drie plaats in het stadion. De tegenstanders waren niet van topniveau, maar desondanks waren het geen makkelijke wedstrijden. Ik heb gemerkt dat de verdedigers de bal nog weleens te pas en te onpas willen terugspelen, ook al worden zij totaal niet onder druk gezet. Voor mij als keeper betekent het dat ik dan meestal alle tijd heb om de bal te controleren. Maar voor deze controle heb ik alle concentratie nodig. Zelfs de meest eenvoudige ballen kunnen plotseling in het hoge gras blijven liggen. Op andere stukken van het veld, waar het gras korter is, kunnen de ballen dan weer zomaar doorschieten.

Oriënteren

Daarnaast is het zo dat je je als keeper vaak oriënteert op basis van de lijnen en de penaltystip. Wanneer er geen lijnen zijn getrokken (dit zal ongetwijfeld bij competitiewedstrijden wel gebeuren) en de penaltystip een meter uit het midden ligt, wordt je oriëntatievermogen flink op de proef gesteld. Ook een dropkick trappen blijkt niet eenvoudig te zijn: op dit veld moet je eerst een spaarzaam goed stukje vinden om de bal te laten stuiteren. Het is waarschijnlijk de reden waarom er tijdens de bijscholingsdagen alleen aandacht is besteed aan de volley en sidevolley. Er is een aantal clubs met kunstgras, maar de meeste hebben velden vergelijkbaar met die van Express of zelfs erger.

“Wanneer de penaltystip een meter uit het midden ligt, wordt je oriëntatievermogen flink op de proef gesteld”

Presentatie  

Op de tweede dag wordt er weer begonnen met theorie, waarin onder meer James Magala een PowerPointpresentatie geeft. Het onderwerp luidt ‘How does the modern soccer goalkeeper train?’. Dit is een redelijk algemene presentatie, maar ik kan me in alle dingen die besproken worden goed vinden. Het lijkt er wel sterk op dat de presentatie niet zelf gemaakt is, maar gekopieerd uit Europa, haha. James gaat ook nauwelijks de diepte in. Hij kan wel het ‘wat’ beschrijven, maar het ‘hoe’ en ‘waarom’ zijn een brug te ver.

Praktijksessie

In de middag volgt een praktijksessie. De keeperstrainers zijn in kleine groepjes verdeeld en elk groepje moet een aantal oefeningen doen, die gebaseerd zijn op één van de besproken aspecten. Zo zijn er trainers die op het voetenwerk trainen, terwijl anderen het positiekiezen behandelen. Direct na elke oefenvormen worden zij door Daniel en James van feedback voorzien.

Hobbelige en harde velden

Alle oefeningen worden uitgevoerd met een jonge Ugandese keeper. Technisch niet goed, maar wel met een enorme sprongkracht. Daarnaast kent hij totaal geen angst om op het hobbelige en keiharde veld te duiken. Dit laatste is me ook opgevallen bij de keepers van Express. Er loopt daar een jonge, talentvolle keeper rond die voor de duvel niet bang is en overal op en voor duikt. Voor mij is iets waar we in Nederland nog een voorbeeld aan kunnen nemen. Vaak krijg ik het gevoel dat Nederlandse keepers iets te netjes zijn en mis ik de ‘over-mijn-lijkmentaliteit’.

Vaak krijg ik het gevoel dat Nederlandse keepers iets te netjes zijn en mis ik de ‘over-mijn-lijkmentaliteit’

Alle oefeningen worden uitgevoerd met een jonge Ugandese keeper.

Nuttige dagen

Omdat ik door de trainingen niet het volledige programma heb kunnen volgen en er redelijk vaak van het Engels op het Ugandees werd overgestapt, vind ik dat ik moet oppassen met het trekken van een conclusie. Wel kan ik zeggen dat de bijscholingsdagen mij geen nieuwe inzichten hebben opgeleverd die het delen waard zijn. Voor de Ugandese keeperstrainers waren het zeker twee nuttige dagen, maar ik krijg het gevoel dat ze wat betreft trainingsmethodologie een stukje achter lopen op Nederland. In de volgende blog zal ik mijn ervaringen delen over de keeperstraining bij Express.  

Benieuwd naar meer avonturen? Volg me dan via @krul_wereldkeeper!

Vorig artikelRiccardo Boscolo
Volgend artikelSelena Babb voelt weer de warmte van AC Milan