Keeperstraining in Rwanda

Met Edouard Mendy en André Onana kennen we tegenwoordig twee Afrikaanse keepers die de wereldtop gehaald hebben. Onana is op jonge leeftijd vanuit Kameroen naar de jeugdopleiding van Barcelona gegaan, terwijl Senegalees Mendy geboren is in Frankrijk en opgeleid door Le Havre. Hoe staat het ervoor met de keepers in Afrika zelf? Hoe worden zij opgeleid en hoe is het niveau? Hoofdredacteur André Krul reisde, op jacht naar een contract, af naar Afrika. In de derde en (voorlopig) laatste blog schrijft hij over de keeperstraining in Rwanda.   

AS Kigali

In mijn vorige blog heb ik het gehad over de keeperstraining in Uganda. Hier heb ik ongeveer twee weken meegetraind, waarna ik naar Rwanda vertrok. Vrij snel na mijn aankomst tekende ik een contract bij Glacis United uit Gibraltar. Het eerste contact met de club ontstond op het moment dat ik net aan het meetrainen was bij de Rwandese topclub AS Kigali. Ondanks dat ik slechts drie keer heb meegetraind, kan ik genoeg vertellen over de keeperstraining om er een blog aan te wijden.

Eerste training

De eerste training is op een vrijdag nadat het team op donderdag een oefenwedstrijd heeft gespeeld. De basisspelers hebben een hersteltraining, terwijl de wissels een intensieve training voor de kiezen krijgen. Net zoals in Nederland vaak gebeurt, houdt het in dat er korte partijen gespeeld worden. Voor de keepers is dit heerlijk en voor mij gelijk een mooi moment om mezelf te laten zien. We starten de training met een korte keepers warming-up onder leiding van coach Jean Claude Maniraguha. Ondanks dat we maar een klein kwartiertje hebben merk ik dat de intensiteit hoog ligt en anders is dan bij Express in Uganda. Ik moet enorm gefocust zijn. De training gaat goed, net als de partijvormen. Na afloop komt Claude naar me toe en geeft me een compliment. Het is een goede start in een nieuw land.

Training verplaatst

Zaterdag traint het team in de gym en zondag is vrij. Dat houdt in dat ik me maandagochtend weer meldt in het Kigali Stadium. Ik sta om 6.00 uur op om voor 8.00 uur op de club te zijn, de aanvangstijd van de training. Bij aankomst blijkt dat er geen spelers zijn en hoor ik dat de training verplaatst is naar 16.00 uur. De trainers zijn helaas vergeten mij hierover in te lichten. Wanneer ik me in de middag weer meld trainen de keepers het eerste uur met Claude. We zijn vandaag met zijn vijven. Eerste doelman Fiacre Ntwari is terug van het nationale elftal en naast mezelf trainen twee reservekeepers en een jeugdkeeper mee. Het niveau van de doelmannen is goed. Ntwari is niet voor niets international en ook het niveau van de reservekeepers is goed. Opvallend genoeg ben ik wel meer onder de indruk van de derde keeper dan van de tweede keeper.  

“Bij aankomst blijkt dat er geen spelers zijn en hoor ik dat de training verplaatst is naar 16.00 uur”

Hoog tempo

Claude geeft aan dat er aan het begin van de week op endurance getraind wordt en dat naarmate de wedstrijd dichterbij komt, de intensiteit omlaag wordt geschroefd. We beginnen met vrij eenvoudige warming-up oefeningen, waarbij het tempo al hoog ligt. Later gaan we over naar technische vormen. Hierin gaat het tempo nog verder omhoog. De oefeningen zijn over het algemeen voorspelbaar: je weet waar de bal komen gaat. In veel vormen wordt een actie vervolgt door een tweede actie. Zo moeten we bijvoorbeeld in het snelste ritme door een loopladder bewegen, een harde volley van korte afstand verwerken, zo snel mogelijk om een pylon heen sprinten, om tot slot de bal die Claude hard in de korte hoek speelt te verwerken. Dit herhalen we dan zo’n vijf keer.

Suis in de oren

Anders dan bij de trainingen van Daniel Kiwanuka bij Express is er weinig tijd om te herstellen en blijft de intensiteit ontzettend hoog liggen. Na een uur ben ik blij dat de hoofdtrainer de keepers roept voor de partijspellen. Ik voel een suis in m’n oren en zie bijna zwart. Ik ervaar een gevoel dat ik eigenlijk alleen ken van de keren dat ik in de zomervakantie de klimduin van Schoorl opren. De partijen zijn in een hele kleine ruimte met kaatsers aan de zijkant, waardoor het eenvoudig scoren is. Veel ballen tegenhouden doe ik niet. Met de keepers draaien we door. De doelmannen die niet spelen trainen met Claude. We doen hier veel techniek en sprongvormen die wederom zwaar zijn.

“Na een uur ben ik blij dat de hoofdtrainer de keepers roept voor de partijspellen. Ik voel een suis in m’n oren en zie bijna zwart”

Uitdagen

Na twee uur komt er een einde aan de training en ben ik volledig gesloopt. De volgende dag trainen we wél om 8.00 uur, waardoor de hersteltijd kort is. De keeperstraining is iets korter en iets minder intensief, maar nog steeds van een goed niveau. De training wordt weer afgesloten met partijtjes en achteraf blijkt dit voor mij de laatste training te zijn geweest. In vergelijking met de keeperstraining die ik in Uganda heb gehad, vind ik de keeperstraining in Rwanda een hele grote verbetering. Zoals gezegd ligt de intensiteit enorm hoog. Daarnaast is de arbeidsrustverhouding beter in balans en wordt je als keeper veel meer uitgedaagd. Claude is een vrij relaxed persoon, maar ook veeleisend. Dit slaat over op de keepers die elkaar uitdagen door steeds harde ballen te spelen. Geen eenvoudige vangballetjes, maar keiharde volleys in de handen. Het was kort, maar ik kijk terug op een mooie en leerzame tijd in Rwanda.   

“Geen eenvoudige vangballetjes, maar keiharde volleys in de handen”

Vorig artikelMiguel Miranda’s principes in 1:1-situaties
Volgend artikelLoes Geurts zweeft op een roze wolk