Met Edouard Mendy en André Onana kennen we tegenwoordig twee Afrikaanse keepers die de wereldtop gehaald hebben. Onana is op jonge leeftijd vanuit Kameroen naar de jeugdopleiding van Barcelona gegaan, terwijl Senegalees Mendy geboren is in Frankrijk en opgeleid door Le Havre. Hoe staat het ervoor met de keepers in Afrika zelf? Hoe worden zij opgeleid en hoe is het niveau? Hoofdredacteur André Krul is na mislukte avonturen in Tanzania en Congo in Senegal beland, waar hij een contract heeft getekend bij AJEL de Rufisque. In deze blog schrijft hij over zijn Afrikaanse keeperservaringen.
De missie
Laat ik om te beginnen in deze blog het geheugen even opfrissen. Mijn missie om een club in Afrika te vinden, en zodoende de eerste Nederlander te worden die op alle continenten gespeeld heeft, duurt namelijk al twee jaar. Na het seizoen 2021-2022 besloot ik de sprong in het diepe te wagen en reisde ik af naar Uganda. Vanwege de extreem slechte faciliteiten legde ik de contractaanbieding van Express FC naast me neer en pakte de bus naar Rwanda. Ik trainde mee bij topclub AS Kigali, maar in Rwanda bleek de transfermarkt, óók voor transfervrije spelers, gesloten.
Blessureleed
Daarop keerde ik voor even terug naar Europa en tekende een kort contract bij Glacis United uit Gibraltar. Hier raakte ik geblesseerd aan mijn knie en was ik zeven maanden uitgeschakeld. Toen ik net weer fit was en op het punt stond naar Ghana af te reizen sloeg het noodlot wederom toe. Mijn schouder schoot uit de kom en een nieuwe operatie was onvermijdelijk. Na vijf maanden revalideren vloog ik in januari van dit jaar naar Tanzania.
AJEL de Rufisque
Ik zou een contract tekenen bij Mtibwa Sugar, maar de club maakte een fout met de registratie. Hierna waagde ik nog een poging bij Les Aigles uit Congo. Helaas kon ik hier het felbegeerde contract ook niet binnenslepen. Ik keerde in mei terug naar Nederland en hield mijn conditie op peil bij m’n oude club Telstar. Eind augustus zat ik weer in het vliegtuig. Deze keer was de bestemming Senegal, waar ik een contract heb getekend bij AJEL de Rufisque.
Verschillen en overeenkomsten
De competitie in Senegal begint pas half oktober en daarom draai ik dit seizoen twee volledige voorbereidingen. Een contract in Afrika had ik nog niet getekend, maar ik maakte al veel bijzondere dingen mee. Zo ook op het gebied van keeperstraining. In mijn vorige blogs schreef ik al over de verschillen en overeenkomsten. Alle keeperstrainers die ik gehad heb trainden vooral op voorspelbare situaties. Veel schoten verwerken, waarvan je van tevoren al wist waar de bal ging komen, en veel series, maar weinig aandacht voor zaken als positie kiezen en keuzes maken. Een verschil zat voornamelijk in de intensiteit van de training. Bij de ene keeperstrainer werd een stuk harder getraind dan bij de andere keeperstrainer.
André Krul in actie tijdens het trainingskamp van AJEL de Rufisque.
Ondersteunende rol
Bij AJEL heb ik met keeperstrainer Omar te maken. De dertiger speelde jarenlang bij clubs in de lagere divisie van Italië, zoals Regina en Olbia Calcio, en is nu een aantal seizoenen keeperstrainer van AJEL. Vooraf sprak ik met zaakwaarnemer Ebrima en de clubpresident af dat ik met al mijn ervaring ook een ondersteunende rol richting Omar zou hebben. Voor mij klonk dat goed, maar nu we een aantal weken bezig zijn krijg ik niet de indruk dat hij heel erg openstaat voor mijn feedback.
“Soms liet de keeperstrainer mij en de andere keepers wel tien tot twaalf keer achter elkaar over een hekje duiken in het mulle zand”
Kapot gaan op het strand
De intensiteit van de trainingen ligt hoog, helemaal in de eerste twee weken. We waren op trainingskamp en trainden geregeld op het strand. Omar zorgde voor veel variatie in zijn oefenstof, maar beperkte zich tot voorspelbare ballen en veel seriewerk. Soms liet hij mij en de andere keepers, drie jonge talentvolle jongens, wel tien tot twaalf keer achter elkaar over een hekje duiken. In het mulle zand gingen we helemaal kapot. Een voordeel van op het strand trainen is dat het veel minder belastend is voor spieren, pezen en gewrichten. De trainingen ben ik daarom goed doorgekomen.
Gemiste kans
Ik vond het wel een gemiste kans dat Omar geen gebruik maakte van de onvoorspelbaarheid van de ondergrond. Op het strand kun je namelijk uitstekend op reflexen trainen. Voordat ik ergens mijn mening over geef kijk ik altijd eerst even de kat uit de boom. Bovendien vind ik het ook niet gepast om me direct met de inhoud van de trainingen te bemoeien. Ik heb Omar hier dus niet mee geconfronteerd. Maar tot op heden heb ik überhaupt weinig inhoudelijke gesprekken met hem gevoerd, terwijl daar wel degelijk reden voor zou zijn.
“In Omars trainingen ligt de nadruk voornamelijk op uithoudingsvermogen; iets dat een keeper in de wedstrijd nu niet per se nodig heeft”
Voorspelbare ballen
Omar heeft een fantastische trap, maar trapt ook élke bal zelf. Zou hij de keepers daarentegen de voorzetten laten trappen, dan kunnen wij aan onze trap werken. Ook onderscheppen we alle ballen zonder weerstand, waardoor de relatie naar de wedstrijd ver te zoeken is. Verder schiet Omar bijna alleen maar voorspelbare ballen en komen we nooit in keuzesituaties. Zoals gezegd heb ik dit nog bij geen enkele Afrikaanse keeperstrainer meegemaakt. In Omars trainingen ligt de nadruk voornamelijk op uithoudingsvermogen; iets dat een keeper in de wedstrijd nu niet per se nodig heeft.
Gesprek?
Of ik dan nog het gesprek met Omar aanga? Dat weet ik niet. Hij is bloedfanatiek, maar soms lijkt het alsof hij de hele training boos is. Ook benadrukt hij veelal de negatieve punten. Dit zorgt ervoor dat ik op dit moment geen hele goede band met hem heb. De vraag is natuurlijk: wat ga ik met een gesprek bereiken? En hoe zal hij op mijn feedback reageren? Ik verwacht niet dat hij heel veel concessies aan zijn manier van trainen gaat doen. En in al mijn buitenlandse periodes heb ik geleerd dat je soms dingen maar beter kunt accepteren zoals ze zijn. Voorlopig stel ik me professioneel op en doe ik wat er van me gevraagd wordt.