Maarten Arts vaardigheid 8

DE KEEPERSTRAINER I TEKST: ANDRE KRUL I BEELD: MAARTEN ARTS

Veel clubs hebben tegenwoordig goed in beeld aan welke vaardigheden hun keepers moeten voldoen. Maar zou dit niet ook moeten gelden voor de keeperstrainer? Maarten Arts heeft een lijst opgesteld met tien vaardigheden die de moderne keeperscoach volgens hem moet beheersen. In dit artikel licht hij de eerste twee eruit.  

Maarten Arts heeft een schat aan ervaring opgebouwd in de voetbalwereld. Na het beëindigen van zijn keeperscarrière legde hij zich toe op het trainersvak. Als hoofdtrainer was hij verbonden aan verschillende hoofdklasseclubs, toentertijd het hoogste amateurniveau van Nederland. Aanvankelijk combineerde hij dit met zijn werk als keeperstrainer van achtereenvolgens NEC en Fortuna Sittard. Later besloot Arts zich alleen nog toe te leggen op het trainen van keepers en hiervan zijn specialisme te maken. 

Zijn grootste successen vierde hij bij FC Utrecht, waarmee hij in het seizoen 2003 en 2004 de KNVB-beker en in 2004 ook de Johan Cruijff Schaal won. Hierop volgden periodes in het buitenland bij verschillende clubs en het nationale elftal van Saudi-Arabië. Tegenwoordig geeft hij onder meer cursussen in Nederland en België. Een deel van de cursussen bestaat uit het onderwijzen van de vaardigheden waaraan keeperscoaches moeten voldoen.  

Ahead of the game 

De eerste van deze vaardigheden wordt door Maarten Arts ‘ahead of the game’ genoemd. Hier bedoelt hij mee dat de keeperscoach eigenlijk al vooruitloopt op de wedstrijd. Arts: “De keeperscoach weet wat er van hem en zijn keepers verwacht wordt om tot resultaat te komen. Hierin speelt ervaring een grote rol. Een beginnende coach zal nog veel dingen moeten ervaren en leren, waarbij het niveau waarop hij werkzaam is een grote rol speelt. Zo is er bijvoorbeeld een wezenlijk verschil tussen het trainen van de jeugd en senioren.” 

Niet alleen ervaring als trainer, maar ook ervaring als keeper is volgens Arts essentieel. Al plaatst hij hier wel een kanttekening bij. “Bij veel profclubs zie je dat keepers na hun carrière direct worden aangesteld als keeperstrainer van het eerste. De opgedane ervaring als keeper op dat niveau is alleen een voordeel als je ook echt de wil hebt om je te ontwikkelen als keeperstrainer. In België is het juist zo, dat je voordat je als keeperstrainer aan de slag kunt, alle opleidingen die hiervoor zijn moet hebben gevolgd, óók als je prof bent geweest. Op die manier word je zo breed mogelijk opgeleid.

“De opgedane ervaring als profkeeper, is alleen een voordeel als je ook echt de wil hebt om je te ontwikkelen als keeperstrainer”

Wat ‘ahead of the game’ zijn nog meer inhoudt, is dat de keeperscoach tegenslagen weet te managen. “Als je eenmaal aan de slag gaat, is het natuurlijk niet zo dat je alleen maar met succes te maken krijgt. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat er eens een serie wedstrijden op rij verloren wordt of je eerste keeper geblesseerd raakt. Hier moet je wel mee weten om te gaan.” 

Als laatste gaat het erom dat de keeperscoach een goed zelfbeeld heeft. “Je moet zelfkritisch zijn en voornamelijk weten wat je zwakke punten en belemmeringen zijn, zodat je hier op een goede manier mee om kunt gaan. Dit kan door bijvoorbeeld de hulp van collega’s in te schakelen. Er is namelijk geen enkele keeperstrainer die in alle facetten van zijn werk de beste is.”

Keepers verbeteren   

De tweede vaardigheid is dat de keepercoach weet hoe hij zijn keepers kan verbeteren. De oud-keeperstrainer van de Belgische clubs Lierse SK en Union Saint Gilloise legt dit als volgt uit. “Als je praat over de elementen waarop je traint en hoe je de keepers kunt verbeteren, dan zijn de bekende dingen de technische, tactische, fysieke en mentale aspecten. Daar wil ik een element aan toevoegen die je niet zo vaak te horen krijgt, namelijk het sociale aspect, waarbij je gaat kijken hoe een keeper in de groep functioneert.”

Arts gaat hier dieper op in. “Van oudsher wordt er toch vaak gezegd dat een keeper een eenling is die in een soort eigen gedachtewereld leeft. Maar ik denk dat een keeper ook een hele belangrijke rol in de groep kan hebben, omdat hij een neutrale positie heeft. Bij voetballers heb je meer concurrentie in de zin van dat er meer gegadigden voor verschillende plaatsen zijn, terwijl de hiërarchie bij keepers over het algemeen wel duidelijk is.”

“Ik denk dat een keeper een hele belangrijke rol in de groep kan hebben, omdat hij een neutrale positie heeft”

De keeperstrainer kan zijn doelmannen stimuleren om een actieve rol in het team aan te nemen. Verder vindt Arts dat de keepers onderling een soort team binnen een team vormen. Ook hierin speelt het sociale aspect een belangrijke rol en gaat het erom dat de keepers collegiaal zijn naar elkaar toe. “Als je onomstreden de eerste keeper bent, vind ik dat je een bepaalde verantwoordelijkheid hebt richting andere keepers. Je hebt ze namelijk nodig om de oefenstof op een bepaald kwalitatief niveau uit te voeren, wat ervoor zorgt dat jij scherper bent en beter wordt.”

De tweede keeper zal op een sportieve manier de druk op de eerste keeper moeten houden en ervoor zorgen dat hij klaar is op het moment dat het team hem nodig heeft. De rol van een derde keeper zal vaak meer ondersteunend zijn, zowel richting de eerste keeper als de rest van het team. “Als spelers na een training nog willen afwerken, dan vind ik dat hij bij wijze van spreken nog twee uur op het veld moet blijven met hen.” Daarnaast is de geboren Emmeloorder van mening dat de keepers goed moeten beseffen wat er binnen de club van spelers gevraag wordt. “Om je geloofwaardigheid te houden binnen een bepaalde cultuur van een club, zul je aan bepaalde eisen moeten voldoen en niet met je gedrag buiten de algemeen geldende groepsregels vallen.” 

Niveau 

Aan de keeperscoach is de taak om op deze zaken toe te zien en eventueel bij te sturen. 

Hoe hij zijn doelmannen vervolgens op het veld kan verbeteren, hangt volgens Maarten Arts sterk af van het niveau waarop hij actief is. “Als je bij een amateurclub werkt waar je maar twee keer kunt trainen, dan denk ik dat je niet de nadruk moet leggen op de dingen die de keeper niet kan, maar veel meer op de dingen die hij wel kan, omdat anders de motivatie sterk kan dalen.”

Arts geeft het voorbeeld van een kind dat naar school gaat. “Wanneer een kind niet goed is in wiskunde, maar op school tachtig procent van de tijd aan dit vak moet besteden, dan vindt hij dit op een gegeven moment niet zo leuk meer. Zo moet je dat in het voetbal eigenlijk ook zien. Als je continu de nadruk legt op wat iemand niet kan, zal het rendement veel lager zijn dan wanneer je juist de nadruk legt op de zaken die hij wel goed beheerst, en deze nog beter gaat maken. Zodoende houd je de keeper ook aan boord.”

“Als je continu de nadruk legt op wat iemand niet kan, zal het rendement veel lager zijn dan wanneer je juist de nadruk legt op de zaken die hij wel goed beheerst”

Bij een profclub ligt het net iets anders. “Bij profkeepers vind ik dat je de lat wel heel hoog moet leggen. Er wordt soms gezegd dat een keeper op een bepaalde leeftijd geen dingen meer kan veranderen of aanpassen in zijn spel, maar dat vind ik een vreemde constatering. Als je zoveel tijd hebt om gericht te werken en als je werkt met mensen waarvan het hun baan is, dan moet je juist werken aan tekortkomingen.”

Voor technische aspecten kan dit wel iets gecompliceerder liggen. “Als je met een oudere keeper werkt, die bijvoorbeeld bij een voorzet van zowel rechts als links altijd hetzelfde afzetbeen heeft gebruikt, dan krijg je beide benen waarschijnlijk nooit op hetzelfde niveau. Maar zeker positionele dingen kun je bespreken en direct trainbaar maken. Als ik uitleg hoe jij moet staan bij een uitdraaiende corner, dan kun je hierover discussiëren, erop trainen en het gelijk bij een volgende wedstrijd toepassen. Alleen daarin al kun je veel winst boeken op korte termijn.” 

Wat zeer behulpzaam is, is om te overleggen met de doelmannen. “Wat ik bij Utrecht bijvoorbeeld deed, is dat ik vóór het seizoen ging zitten met de keepers om te praten over hun doelstellingen en de dingen waarop zij zich wilden verbeteren. Dan wordt het niet alleen een soort probleem van de trainer die iets op wil leggen, maar meer een gemeenschappelijk doel dat je nastreeft, en wordt het veel beter gedragen.”

Maarten Arts observeert de verrichtingen van Michel Vorm, die onder zijn leiding doorbreekt vanuit de jeugd in het eerste elftal van FC Utrecht.

Trukendoos 

Toch kan het voorkomen dat een keeperstrainer tegen bepaalde zaken aanloopt en het niet lukt om de doelman op het niveau te krijgen waarop hij zou moeten zitten. Voor de ervaren Arts is het zinvol om in dat geval hulp bij anderen te zoeken. “Op veel clubs lopen er tegenwoordig mental coaches rond, wat een goede zaak is. Op basis van de ervaringen die ik zelf met het trainen van keepers op verschillende niveaus heb opgedaan, heb ik een soort handboek met tools opgebouwd die ik in allerlei situaties kan gebruiken. Maar soms heb je de hele trukendoos al gebruikt en blijft het resultaat nog steeds uit. Dan is het natuurlijk goed dat je de hulp van een expert op mentaal gebied kunt inschakelen. Verder kun je dingen bespreken met andere stafleden. Op deze manier krijg je input van mensen die de keeper ook elke dag aan het werk zien.”

In elk geval is Maarten Arts er een voorstander van om het mentale gedeelte te integreren in de trainingen. “Wat ik bijvoorbeeld doe is dat wanneer ik tijdens een bepaalde oefenvorm twee keer achter elkaar scoor, de keeper tien keer moet opdrukken. Op deze manier bouw ik een competitief element in. Ik vind dat de wil om te winnen en om de beste te zijn uit de keeper zelf moet komen, maar wél gestimuleerd kan worden. Als je als trainer accepteert dat ballen worden losgelaten of alles erin vliegt, dan zie je dat ook terug in de wedstrijd.” Er dient echter wel rekening gehouden te worden met het karakter van een doelman. “De ene persoon zal je een schop onder de kont moeten geven, terwijl je de andere eerder een aai over zijn bol moet geven. Het voordeel van een keeperstrainer is dat je bijna een-op-een werkt, de keepers zeer goed leert kennen en daarom maatwerk kunt leveren.”

“Ik vind dat de wil om te winnen en om de beste te zijn uit de keeper zelf moet komen, maar wél gestimuleerd kan worden”

Samenwerking Maarten Arts en KeepersMagazine

Zoals al eerder via de sociale media en nieuwsbrief is aangekondigd zijn KeepersMagazine en Maarten Arts een samenwerking aangegaan. Dit houdt onder meer in dat abonnees kunnen profiteren van kortingen op de activiteiten van Arts’ bedrijf ProGoalElite Goalkeeping. Hiermee organiseert hij tal van activiteiten, zoals keeperscongressen, bijscholingsdagen en webinars. Helaas kon de bijscholingsdag van 4 december 2021 in verband met de coronasituatie geen doorgang vinden. De eerstvolgende activiteit die nu gepland staat is een keeperscongres. Dit wordt gehouden van 25 t/m 27 maart in Oss. Verdere aankondigingen hierover zullen plaatsvinden via onze socialmedia-accounts, nieuwsbrief en website.  

Daarnaast zijn we samen met Maarten Arts bezig met het uitbreiden van onze oefenstofdatabase. Het plan is om oefeningen te gaan filmen met een camera en een drone. We hopen dat we op korte termijn een eerste serie van twintig oefenvormen op de website kunnen plaatsen. 

Vorig artikelMike van Houten: Een andere benadering van het trainen op hoge ballen
Volgend artikelColin van der Meijden: Rekening houden met scenario’s