
Organisatie:
- Partijspel 7+1 (blauw) tegen 6+1 (rood)
- Blauwe team start met doeltrap en probeert te scoren op een van kleine doeltjes. Als dit lukt krijgt keeper blauw bal en probeert blauw te scoren op grote doel. Scoort blauw niet op grote doel en bal is buiten spel dan start blauw met nieuwe doeltrap
- Rode team zet bij doeltrap druk met 2 aanvallers en mag na balverovering scoren op vaste doel
- Wanneer bal buiten spel is, krijgt keeper van team dat recht op bal heeft bal
- Alleen buitenspel voor rode team
Variatie:
- In tekening speelt verdediger 1e bal op keeper. Hierin varieren, zodat manier van opbouw onvoorspelbaar is voor rode team
- Veld groter (makkelijker voor blauw in opbouw) of kleiner (moeilijker voor blauw) maken
- Maximum aantal keer raken
- Na onderschepping moet rode team binnen bepaalde tijd scoren
- Spelers blauwe en rode team kunnen van positie of team gewisseld worden. Keepers ook steeds laten doordraaien, zodat zij beide in opbouwen betrokken worden
Coaching:
- Doel blauwe team van scoren op kleine doeltjes is via as zijkant bereiken (erdoorheen spelen)
- Doel blauw team van scoren op grote doel is via zijkant as bereiken (eromheen spelen)
- Keeper speelt actieve rol in opbouw en heeft lef om ballen door as te spelen
- Bij balverlies snelle omschakeling blauwe team. Keeper heeft hier met zijn coaching actieve rol in
- Beide keepers komen steeds in wedstrijdechte situaties, zowel in aanvallen, verdedigen als omschakelen. Coach keepers op maken juiste keuzes en uitvoering