Jack Morauw (oefening 4): trappen en werpen

Organisatie

  • K1 krijgt bal van trainer, neemt deze aan en trapt bal vanaf grond en door lucht naar K2. K2 neemt bal aan en trapt bal door lucht naar K3, deze neemt bal aan en moet van buiten zestienmetergebied proberen te scoren bij K1. Wanneer K1 bal klem pakt werpt of trapt hij bal vanaf grond en door lucht naar K4. Wanneer er gescoord wordt, bal over of naast gaat, speelt trainer nieuwe bal naar K1 die hij met mindere been door lucht opent naar K4. K4 passt bal met mindere been naar trainer, waarna trainer K1 weer inspeelt en 2e ronde start. Na ongeveer 6 rondes draaien keepers door
  • Wanneer K1 bal loslaat spelen K3 en trainer rebound. Bij 3 keepers neemt trainer ook rol K3 op zich

Variatie

  • K3 mag met aanname ook binnen zestienmetergebied komen. K1 moet dan keuze maken of hij bal kan aanvallen, in blok kan komen, doel kan verkleinen of blijft wachten op schot
  • Wanneer K1 naar K4 geopend heeft, speelt K4 bal naar hem terug. K1 speelt K3 in, deze kaatst, en hierna speelt K1 bal weer door lucht naar K2 voor 2e ronde
  • Afstanden groter maken (moeilijker) of kleiner en ballen laag inspelen (makkelijker), afhankelijk van niveau en leeftijd

Coaching

  • Ballen moeten zuiver en geconcentreerd getrapt worden, daag keepers uit beide benen te gebruiken
Vorig artikelJack Morauw (oefening 3): positie kiezen in doel
Volgend artikelSjoerd Woudenberg (oefening 1): 1:1-duel