Organisatie:
- K1 rolt bal met linkerarm naar K2. Op zelfde moment rolt K3 met rechterarm naar K4. K2 en K4 scheppen bal op, gaan om pop heen en rollen diagonale bal naar K1 en K3. K2 met linkerarm en K4 met rechterarm. K1 en K3 gaan om pop heen om bal aan binnenkant van pop te scheppen
- Na ongeveer 6 rondes wisselen K1 en K2 en K3 en K4 van positie
Variatie:
- Keepers gooien ballen. Welke arm zij gebruiken blijft hetzelfde
- Keepers passen ballen. K1 speelt bal met links. K2 vraagt op linkerbeen, neemt bal achter pop langs aan en speelt met links diagonale bal naar K3 die aan binnenkant van pop vraagt, bal met rechts aanneemt achter pop langs en met rechts naar K4 speelt. K3 speelt zijn 1e bal met rechts op K4 die op rechterbeen vraagt. Hij neemt bal achter pop langs aan en speelt diagonale bal met rechts naar K1 die aan binnenkant van pop vraagt en bal met links aanneemt achter pop langs en weer met links inspeelt naar K2. Zo gaat oefening weer ongeveer 6 rondes door, waarna keepers van positie wisselen
- Keepers trappen ballen vanaf grond in handen, of met dropkick/ volley
- Afstanden aanpassen naar gelang leeftijd en niveau
Coaching:
- Keepers moeten bal steeds op juiste been vragen en zuivere ballen op juiste been inspelen
- Bij rollen, werpen en trappen mogen fouten gemaakt worden, maar niveau moet enigszins acceptabel blijven