Riccardo Boscolo (oefening 4): nabootsen wedstrijdsituaties (2)

Organisatie:

  • K2 speelt bal naar trainer. Deze heeft keuze om bal te kaatsen op K2 of K3, waarna deze direct moeten afwerken bij K1. Trainer kan bal ook zodanig richting doel spelen, dat K1 keuze moet maken om te blijven staan of uit te komen om bal te onderscheppen, in blok te komen of doel te verkleinen. K2 of K3 heeft vrij aantal balcontacten om te scoren
  • Wanneer K2 gaat afwerken doet K3 mee voor rebound en vice versa
  • In totaal 6 rondes. K2 en K3 spelen om beurten 1e bal naar trainer
  • Oefening kan ook worden uitgevoerd met 2 of 4 keepers, bij 4 keepers neemt K4 plek trainer in en wisselen K2, K3 en K4 steeds van positie

Variatie:

  • Nadat trainer bal op K2 of K3 gekaatst heeft mogen zij bal een keer meenemen en dan schieten of steekbal geven op andere keeper
  • Wanneer K1 bal klem pakt kan hij bal openen in een van kleine doeltjes (met slingerworp of trap vanaf grond)

Coaching:

  • K1 moet steeds juiste keuze maken. K2 en K3 schieten zo scherp mogelijk, maar meeste ballen moeten wel tussen palen worden geschoten
Vorig artikelSjoerd Woudenberg (oefening 2): voorzetten en 1:1-duel
Volgend artikelMiguel Miranda (oefening 1): trainen op touch-step