
Organisatie:
- 6+1 blauwe team tegen 7+1 rode team (1:4:2 tegen 1:4:3 met dubbele 6 en 10)
- Rood probeert te scoren op vaste doel door ruimte achter laatste lijn te bespelen. Bij verovering mag blauw scoren op losse doel. Doorspelen tot er gescoord wordt of bal uit spel gaat
- Verdedigend moet blauw minimaal aangesloten zijn tot ‘gele’ lijn
- Wanneer bal uit spel is start rood met nieuwe aanval
Variatie:
- Veld groter of kleiner maken
- Bij verovering moet blauw binnen gelimiteerde tijd scoren
- Zorg ervoor dat alle keepers op vaste doel komen te staan
Coaching:
- Keeper blauw stuurt team steeds aan compact te staan in zowel lengte als breedte (backs naar binnen en gezamenlijk doorstappen bij druk zetten en naar achter bewegen)
- Bij positiekiezen houdt keeper steeds rekening met positie verdedigers en of er wel of geen druk op bal is. Bij geen druk moet hij oppassen voor bal over hem heen. Ook houdt hij er rekening mee of centrale verdediger wel of niet doordekt. Bij doordekken hoger staan en klaar staan voor dieptebal
- Positie keeper is ook afhankelijk van positie bal. Keeper moet steeds zo staan dat hij ruimte achter verdediging kan bespelen, maar ook dat hij op tijd terug richting doel kan bewegen wanneer hij niet kan uitkomen bij dieptebal
- Keeper communiceert steeds met verdedigers en geeft duidelijk aan of hij wel of niet uitkomt
- Keeper maakt steeds bewuste keuzes. Achteraf bespreken of gemaakte keuze de juiste was