DE KEEPERSTRAINER I TEKST: ANDRE KRUL I BEELD: LOMMEL SK
“Niets vond ik vervelender dan precies weten wat ik tijdens de keeperstraining ging doen,” zegt
Vladan Kujović. De oud-profkeeper en huidig keeperstrainer van Lommel SK doet het daarom
anders. Hij zorgt voor veel variatie in zijn oefenstof, zonder dat het een circus wordt.
Vladan Kujović heeft in zijn carrière als keeper (zie kader) met veel verschillende keeperstrainers
gewerkt. Hier doet hij zijn voordeel mee. “Je kunt de ene keeperstrainer nooit vergelijken met de
andere. Ieder legt zo zijn eigen accenten. Ik probeer daar nu mijn eigen weg in te vinden.” Voordat de
keeperstrainer het met zijn keepers over de werk- en denkwijze gaat hebben, kijkt hij vooral naar de
manier van communiceren en de persoonlijkheid van zijn keepers. “Hoe kan ik zo snel mogelijk mijn
keepers leren kennen? En hoe zorg ik sneller voor een klik en vertrouwensband? Wanneer dit lukt,
krijg ik de keepers sneller mee in mijn werkwijze en manier van denken.”
Intiem momentje
Kujović begint bij voorkeur een half uur tot drie kwartier voordat de groepstraining aanvangt met de
keeperstraining. Hierdoor voelt hij zich niet opgejaagd. Daarnaast is het een mooi moment om zijn
doelmannen beter te leren kennen. “Wanneer we vroeger starten, hebben we praktisch elke dag
ongeveer een uur keeperstraining. Veel keeperstrainers hebben vaak maar twintig minuten voordat
de doelmannen de groepstraining ingaan. Mijn advies is om eerder te beginnen, als je het kunt
regelen natuurlijk. In het uur dat we hebben, is het niet alleen maar vliegen en knallen. Soms zijn we
tien minuten aan het babbelen, dat is dan ons ‘intieme momentje’. Dit moment kan belangrijk zijn in
de relatie tussen mij en de keepers.”
“Soms zijn we tien minuten aan het babbelen, dat is dan ons ‘intieme momentje'”
Eigen warming-up
Vervolgens krijgen de doelmannen van Kujović de vrijheid om hun eigen warming-up te kiezen. “Elke
keeper moet, ongeacht de leeftijd, luisteren naar zijn lichaam. Misschien heeft een keeper zware benen en moet hij wat inlopen. Of is zijn bovenlichaam stijf en heeft hij stretching nodig. Na een aantal minuten beginnen we met het eerste deel van de training.”
Creatief routinewerk
Hierin gaat het erom dat keepers ‘lekker’ in de training komen. Het is routinewerk, maar mét
creativiteit. “Wat ik in mijn carrière het meest vervelend vond, is dat wanneer ik op maandag naar de
training kwam, ik precies wist welke oefeningen we gingen doen. Dat was dan de eerste training na
een vrije dag. We deden al acht weken achter elkaar exact hetzelfde, met evenveel repetities. In mijn
keeperstraining trainen we het eerste gedeelte binnen de comfortzone. Zo doen we coördinatiewerk,
trainen we op basistechnieken en vangen de keepers veel ballen. Maar hierbinnen ben ik wel steeds
aan het variëren. Af en toe beginnen we buiten het doel. We zijn dan meer bezig met bijvoorbeeld
slalombewegingen en reactievormen, waarbij ik verschillende kleuren pylonen gebruik. Een andere
keer starten we direct in het doel en gaat het ook om het positie kiezen. Soms werken de keepers om
en om, en soms werkt er één keeper en assisteren de anderen mij bij het schieten.”
“Wat ik in mijn carrière het meest vervelend vond, is dat wanneer ik op maandag naar de
training kwam, precies wist welke oefeningen we gingen doen”
Toewijding
De ex-profkeeper heeft een trainingsplan waarin staat wat en hoe hij wil trainen. Dit plan wordt elke
week aangepast. Kujović besteedt aan het einde van elke trainingsweek zo’n vier tot zes uur aan het
voorbereiden van zijn trainingen voor de volgende week. “Het gaat om toewijding en bezig zijn met
je werk. Je kunt alles in je computer hebben staan en denken ‘dit en dat gaan we vandaag doen’,
maar dat is voor mij iets te makkelijk.”
Progressieve trainingsopbouw
In zijn trainingsvoorbereiding houdt hij rekening met wat de keepers in de groepstraining te wachten
staat. “Ik vind het heel erg belangrijk dat alles met elkaar verbonden is en dat het mooi progressief is.
Dus als het team kleine partijen gaat doen, dan train ik bijvoorbeeld op 1:1-situaties in de
keeperstraining. In het opwarmende eerste gedeelte begin ik hier al mee, maar wel op een
voorspelbare manier en binnen de comfortzone.”
Groot gevaar
In het kerngedeelte van de training volgt dan de integratietraining richting de teamtraining. Wanneer
de keeperstrainer hier geen variatie in technische handelingen aanbrengt, schuilt er een groot
gevaar. “Ga je steeds op de knee drop (blok, red.) trainen, zoals Ter Stegen of De Gea vaak doen, en
laat je de keepers dat in elke situatie doen, dan leer je verkeerde gewoontes aan. Ze gaan het ook
doen wanneer het niet nodig is. De knee drop is een techniek die je alleen gebruikt voor de korte
afstanden. Dan is het ‘bam, goal dichtmaken, sterk zijn en stabiel staan’. Een andere manier noemen
we de desperation save, volgens de Jan Oblak-stijl. Je hebt niets te verliezen en vliegt er vol in. In
andere situaties, bijvoorbeeld bij schoten vanuit een wijde hoek, moet je juist weer blijven staan. In
de afsluiting van de keeperstraining wordt het supercomplex. Alle situaties komen aan bod en de
keeper moet beslissingen nemen. Dat is wat ook in de kleine partijtjes of in schakelvormen als 2:1
aan bod komt.”
Prikkelen
Als de inhoud van de groepstraining de volgende keer hetzelfde is, betekent dit natuurlijk niet
automatisch dat de keepers in de keeperstraining hetzelfde doen. “Bij elke oefening die je doet, kun
je de volgende keer een paar dingen eruit halen en een paar nieuwe dingen toevoegen. Ondanks dat
de training dezelfde doelstelling heeft. Op deze manier prikkel je de keepers om na te denken en dat
is één van de allerbelangrijkste punten in hun ontwikkeling.”
Ontwikkelingspunten
Om de ontwikkeling te stimuleren, houdt Kujović in zijn trainingen rekening met de individuele
ontwikkelingspunten van de keepers. Hierbij kijkt hij niet te veel naar fouten die in de recente
wedstrijd zijn gemaakt. “We werken continu aan de verbeterpunten van de keepers, om zodoende
bepaalde dingen te voorkomen. Maar dat lukt niet altijd. Stel dat een doelman twee fouten heeft
gemaakt met flankballen, dan denk ik niet: oh, deze week moeten we heel veel op flankballen gaan
trainen. Nee, dit komt sowieso al terug in de trainingen. En ik wil het juist psychologisch aanpakken.
Dus niet te veel aandacht aan de fouten besteden. De keeper moet ervan leren, maar ik ga er niet
extra de nadruk op leggen. Ik geloof niet in correctietrainingen, omdat je moet oppassen dat de
keeper er te veel mee bezig gaat zijn. Wat ik soms wel doe, is beelden laten zien van topkeepers die
dezelfde soort fouten hebben gemaakt. Zo ziet de doelman dat zelfs zíj fouten maken.”
“Wat ik soms doe, is beelden laten zien van topkeepers die dezelfde soort fouten hebben
gemaakt”
Externe factoren
Andere zaken die de aandacht van Kujović tijdens de trainingen krijgen, zijn externe factoren. Wat
heeft het team nodig? En hoe speelt de tegenstander? Gedurende de week bereidt de gedreven
trainer zijn keepers zo goed mogelijk voor op de wedstrijd. “Stel dat uit de analyses van de
tegenstander naar voren komt dat ze supersterk zijn bij flankballen, dan besteed ik hier extra
aandacht aan. Zo kan ik poppen neerzetten om de keepers in de drukte te laten komen.”
Combinatievormen
Wanneer de keeperstrainer rekening houdt met de inhoud van de groepstraining, de individuele
verbeterpunten en de externe factoren, is er vanzelfsprekend al sprake van variatie in de
oefenvormen. Om dit uit te breiden, maakt hij veel gebruik van combinatievormen. Een voorbeeld
hiervan is een oefening die als doelstelling het verbeteren van de knee drop heeft (zie oefening 1).
Deze kan gecombineerd worden met een actie vooraf, waarin veel variatie kan worden aangebracht.
Eventueel kan hierna nog een actie volgen. Drie acties achter elkaar is het maximum. “Ik ben geen
voorstander van circuitvormen of lange series. Dit laatste kan nog wel in de seizoensvoorbereiding
om het uithoudingsvermogen te verbeteren, maar het is niet wedstrijdgerelateerd. Ik vind dat
oefeningen niet te ingewikkeld moeten zijn. Vaak is het zo dat wanneer oefeningen voor jezelf al
complex zijn, de keepers helemáál de weg kwijtraken. Tuurlijk kun je af en toe proberen te
innoveren, maar je moet niet constant in de experimentele fase zitten. Het moet voor de keepers
duidelijk zijn welke doelstellingen je met de oefeningen wilt bereiken.”
“Vaak is het zo dat wanneer oefeningen voor jezelf al complex zijn, de keepers helemáál de
weg kwijtraken”
Mathew Ryan
Zoals Kujović heeft aangegeven, vindt hij het enorm belangrijk om de keepers goed te kennen. De
kennis over de doelmannen past hij toe in zijn oefenstof. “Bij Club Brugge heb ik met Mathew Ryan
gewerkt. Hij houdt van routine en vastigheid en wil in de laatste training voor de wedstrijd dezelfdeballen krijgen. Als je zo’n type keeper hebt, dan moet je dat doen. Het gaat niet om mij als trainer. Ik wil mezelf niet onderscheiden, zo van ‘kijk mij eens met mijn speciale oefeningen’.”
Circusachtig
Doelman Jari de Busser, waarmee Kujović afgelopen seizoen bij Lommel samenwerkte, zit weer
anders in elkaar. “Hij wil elke keer uitgedaagd worden met andere dingen en verrassingselementen.”
Maar ook in dat geval houdt de Servische keeperstrainer het simpel. “Een variatie kan al zijn dat de
keeper in plaats van een pylon aantikt, hij om de pylon heengaat. Ik doe geen zeven vormen in één
oefening. Dan wordt het een beetje circusachtig, en dat is volgens mij niet de bedoeling.”
Kader
Vladan Kujović (45) groeide op in voormalig Joegoslavië, waar hij bij FK Radnički Niš speelde. Op zijn
achttiende maakte de jonge doelman de stap naar Eendracht Aalst in België. Via Roda JC en het
Spaanse Levante keerde de doelman aan het einde van zijn carrière terug naar België. Met Lierse SK
werd hij kampioen van de Tweede Klasse. Na een korte periode voor Willem II gespeeld te hebben,
sloot hij zijn loopbaan af bij Club Brugge. Hierna startte hij zijn carrière als keeperstrainer bij zijn
oude liefde Roda JC. In 2019 ging de oud-jeugdinternational van Joegoslavië aan de slag in
Maastricht. MVV werd zijn nieuwe club. Sinds 2020 staan de doelmannen van Lommel SK onder zijn
hoede. Lommel speelt in de Challenger Pro League, het tweede niveau van België.
Oefening 1: knee drop (blokken) trainen in combinatievorm
Organisatie:
● K1 staat tussen kleine doeltjes. Trainer speelt bal vanaf de grond in handen K1. Trainer geeft
teken rechts of links. Wanneer hij ‘links’ roept, verplaatst K1 zich zo snel mogelijk naar links
om doeltje te verdedigen (bij rechts naar rechts). Op moment dat K1 in positie staat, speelt
K2 bal voor zich uit en probeert te scoren
● Na ongeveer 5 series draaien keepers door
Variatie:
● I.p.v. ‘rechts’ of ‘links’ roepen, steekt trainer kleur pylon lucht in, wat aangeeft welk doeltje
K1 moet verdedigen
● Trainer kan verschillende soorten ballen spelen, bijv. dropkick of volley met stuit, en kan
hierin steeds variëren
● Trainer speelt bal in die K1 op teken trainer door moet spelen naar K2 of K3. K2 of K3 neemt
bal aan en probeert te scoren (K1 moet schot van die keeper verdedigen die hij inspeelt)
● Na verdedigen doeltje komt K1 z.s.m. over naar andere doeltje om schot richting dit doeltje
te verwerken (er mag geschoten worden wanneer K1 vlakbij doeltje is)
● Talloze andere variaties mogelijk bij 1e actie en 3e actie
Coaching:
● Oefening op kleine doeltjes doen, zodat keepers zich goed kunnen focussen op knee drop.
Wanneer keeper kort genoeg komt, wordt hele ruimte dichtgezet. Hij moet zorgen dat hij
sterk is en stabiel staat. Bovenlichaam rechtop, benen gesloten. Snel en agressief naar bal
toe bewegen en op tijd afremmen
● Om te voorkomen dat keeper in elke situatie knee drop doet, afwisselen met trainen op
desperation save en blijven staan bij schot (bijv. vanuit wide angle). Dit kan op groot doel
getraind worden
● Uiteindelijk overgaan op complexe oefenvormen, waarin keeper keuze moet maken welke
techniek hij toepast
Oefening 2: lage bal verwerken in combinatie met plyometrie
Organisatie:
● K1 staat met gezicht naar K2 toe die achter doel staat. K2 gooit bal boven lat. K1 duwt deze
op hoogste punt boven lat terug naar K2. Na landing draait hij zich om en verwerkt lage bal
die trainer speelt. Deze bal rolt K1 terug naar trainer
● Bij 3 keepers: K1 komt in positie en verwerkt schot van K3
● Bij 4 keepers: als K1 bal van K3 gevangen heeft, opent hij bal middels slingerworp naar K4. K4
vangt bal en opent ook middels slingerworp naar K3
● Na aantal series doordraaien, andere kant
Variatie:
● K1 duwt bal afwisselend met linker- en rechterhand terug
● K2 gooit 2 ballen achter elkaar
● K1 springt met 1 been
● Trainer speelt wisselende ballen (bijv. half hoog of zweefbal)
● Bal van trainer opent K1 op groot doel (of bij 5 keepers naar K5 of afwerken op doel dat
buiten 16 staat)
● K3 speelt wisselende ballen (bijv. volley met stuit)
● K1 opent d.m.v. trap vanaf grond naar K4, K4 neemt bal aan en trapt bal naar K3
● K3 heeft keuze om trainer of K4 in te spelen, die vervolgens afwerkt (1 keer raken). K1 komt
in positie of komt in 1:1-duel
● Tal van andere variaties mogelijk
Coaching:
● K1 gebruikt sterke afzet omhoog en landt stabiel bij bal K2
● Let op uitvoering technische handelingen (vangen, vallen, trappen, werpen)! Dit gaat vóór
snelheid van handelen. Is technische uitvoering goed (gevorderde keepers), dan gaat
snelheid van handelen omhoog: snel omdraaien na landing, snel opstaan, snel in positie
komen en bal snel openen. Hierna rust