Organisatie:
- K1 staat opgesteld in doel. K2 staat opgesteld aan zijkant zestienmetergebied. K3 staat op rand zestienmetergebied tussen doeltjes
- K1 speelt bal vanaf grond naar K2 en biedt zich vervolgens naast doel aan
- K2 kaatst bal terug op K1, waarna K1 bal speelklaar legt om te openen in een van doeltjes
- Op moment dat K1 bal aanneemt schermt K3 de rechter- of linkerdoeltjes af (in tekening C en D). K1 moet bal dan openen in een van tegenoverstelde doeltjes (in tekening A of B)
- K1 en K2 wisselen steeds van positie, na aantal rondes draaien keepers door van positie
Variatie:
- K2 gaat aan andere kant van zestienmetergebied staan
- K1 speelt een strakke bal met wreef (evt. afstanden aanpassen)
- K2 zet na kaatsen bal druk op K1
Coaching:
- K1 moet bij aannemen bal opkijken om te zien welke kant K3 afschermt
- Keepers gebruiken beide benen
- Evt. punten bijhouden en onderlinge wedstrijd spelen: welke keeper schiet meeste ballen in doeltjes?