Organisatie:
- Keeper beweegt met voorwaarts voetenwerk door ladder (2 passen per vak). Na elke dubbele voorwaartse pas krijgt hij volley in handen van trainer en stapt door naar voren. Hij gaat weer met zijwaarts voetenwerk door ladder heen, waarna hij volley van trainer 2 (of K2) verwerkt. Dit gaat zo door tot keeper bij einde ladder is
- Bij meerdere keepers draaien zij door
Variatie:
- Tal van variaties in voetenwerk mogelijk, zoals 3 passen in vak en zijwaarts voetenwerk
- Tal van variaties mogelijk in hoe trainers bal spelen, zoals volley met stuit of lage bal
Coaching:
- Voetenwerk in ladder wordt steeds in hoogste tempo uitgevoerd. Na verwerken bal klein rustmoment inbouwen om te zorgen dat voetenwerk snel blijft
- Ladder niet te lang maken, zodat keeper niet te vermoeid raakt