Organisatie:
- Trainer start met bal bij punt zestienmetergebied, K1 start op doel en K2 tussen lijn vijfmetergebied en penaltystip
- Trainer speelt bal voor zich uit en heeft de opties om bal op doel te schieten, bal in ruimte tussen 1e paal en pop te plaatsen of terug te leggen op K2
- Ontvangt K2 de bal, dan heeft hij verplicht 2 contacten om te scoren
- Trainer schiet steeds vanuit andere hoek, waardoor K1 gedwongen wordt zijn positie aan te passen. K2 kiest ook positie op verschillende plaatsen
Variatie:
- Positie pop aanpassen. K1 kan uitgedaagd worden nog meer ruimte te bespelen voor het doel door pop verder weg te zetten. Pop dichterbij doel zetten indien hij veel moeite met oefening heeft
- Zonder K2 spelen
- K2 mag of moet bal een keer raken
- Positie van K2 aanpassen richting 1e paal of K2 op zestienmeterlijn positie laten kiezen
- Keeper i.p.v. trainer geeft voor
Coaching:
- Let op snelheid van bal. Hoe strakker gespeeld, hoe moeilijker de oefening. Bij zachte voorzet op K2, wordt tegenhouden voor K1 zeer moeilijk
- Positie kiezen t.o.v. bal, tegenstander en in dit geval de pop, die als aanspeelpunt van tegenstander wordt gebruikt. Met als doel:
Keeper hoort steeds zo ver mogelijk van doel positie te kiezen om zodoende zoveel mogelijk ruimte te kunnen bespelen, zonder dat hij verrast kan worden in de korte hoek. Keeper hoort hiermee zelfstandig aan de slag te gaan! - K1 moet juiste keuzes maken en op juiste manier de verdedigende actie inzetten na een voorzet op K2 (bal onderscheppen, in blok komen, doel verkleinen of wachten op schot