DE KEEPERSTRAINER I TEKST: ANDRE KRUL I BEELD: FC PORTO MEDIA

80-voudig Portugees international Vítor Baía heeft als doelman de voetbalwereld zien veranderen. In het begin van zijn carrière mocht hij terugspeelballen nog in zijn handen pakken, terwijl later bij Barcelona van hem verwacht werd het offensieve spel te beginnen. KeepersMagazine reisde af naar Porto en sprak met Baía over de evolutie van het keepen en de weg die hij aflegde naar de top.

Vítor Baía is nog altijd in het bezit van een bijzonder eervol record. Met maar liefst 32 gewonnen prijzen is hij de meest succesvolle keeper uit de geschiedenis. Het meest memorabele moment uit de carrière van de stijlvolle oud-doelman vond plaats op 26 mei 2004. Op deze dag mocht hij, na een 3-0 zege op AS Monaco, de cup met de grote oren ten hemel heffen. “Dat we de Champions League wonnen met een team dat veelal bestond uit eigen jongens uit de omgeving van Porto was iets onwerkelijks. Iets wat we nooit hadden verwacht.”

Vítor Baía groeide zelf ook op nabij de grote havenstad. Op 15 oktober 1969 kwam de voormalig Portugees voetballer van het jaar ter wereld in het dorpje Sao Pedro da Afurada. Bij amateurclub Leca FC begon hij op achtjarige leeftijd met keepen. “In mijn jongste jaren heb ik eerst futsal gecombineerd met veldvoetbal in een team met jongens van elf en twaalf jaar. Later kwam er tijdens een toernooi een scout van Porto kijken en werd ik uitgenodigd voor een stage.” Op zijn dertiende werd Baía vervolgens opgenomen in de jeugdopleiding van de Portugese grootmacht. Daar beleefde hij naar eigen zeggen een atypische opleiding. “In mijn eerste en laatste jaar van de opleiding was ik eerste keeper. Daar tussenin niet en speelde ik slechts af en toe een wedstrijd.”

Plezier 

Toch heeft de huidig vicepresident van FC Porto dit nooit als een probleem ervaren. “Plezier was voor mij het allerbelangrijkste en ik vind dat dat ook moet gelden voor kinderen die beginnen met keepen. Uiteraard zou ik het nog leuker hebben gevonden als ik zou spelen, maar ik genoot van het trainen en het samenzijn met m’n teamgenoten. Ik respecteerde de beslissingen die door de trainers genomen werden. Blijkbaar maakte ik op dat moment niet genoeg indruk om te kunnen spelen.” 

Wat een belangrijke rol speelde, is dat Baía nooit druk heeft ervaren van zijn ouders. “Er zijn ouders die zeer gecompliceerd zijn en de carrière van hun kinderen kunnen vernietigen. Velen denken dat hun kind de beste van de wereld is. Het is beter dat iemand zijn eigen pad leert vinden en zich op een natuurlijke wijze ontwikkelt. De taak van de ouders is om zich afzijdig te houden, geen druk te creëren en de verwachtingen te temperen.”  

“Er zijn ouders die de carrière van hun kinderen kunnen vernietigen”

Omgaan met druk

Jonge keepers moeten volgens Baía alleen maar genieten van het moment, het samenspelen met teamgenoten en van de ontwikkeling die ze doormaken. Het is deze instelling die hij mee het veld op nam toen hij in 1989 debuteerde in het eerste elftal van FC Porto. Baía kreeg zijn kans door een ernstige blessure van de Poolse doelman Józef Mlynarczyk en verdedigde het doel van ‘Os Dragões’ in de lastige uitwedstrijd tegen Vítoria Guimarães, waar de supporters flink tekeer kunnen gaan. “We speelden met 1-1 gelijk en zelf keepte ik een goede wedstrijd. Voor mij was het een belangrijk moment om te voelen dat ik bestand was tegen de druk van het spelen in een stadion met 30.000 supporters. Dat is toch heel anders dan een wedstrijd met de jeugd waar vijfhonderd mensen komen kijken.”

Op de vraag wat Baía heeft gedaan om met deze druk te dealen, geeft hij aan dat meerdere factoren een rol speelden. “Het om kunnen gaan met de druk is iets dat van mij is en waarmee ik geboren ben. Als ik zou gaan denken: oh shit, ik speel nu voor 30.000 mensen, en aan wat er allemaal fout zou kunnen gaan, zou het ongetwijfeld een mislukking worden. Wat ook meehielp is dat ik met heel veel ervaren spelers speelde die me rust gaven en dat ik als jonge keeper de importantie van de wedstrijd nog niet goed besefte.”

De charismatische Portugees speelde in een periode dat er voor de keepers minder druk was. “In de tijd dat ik begon, hoefden de keepers alleen maar het doel te verdedigen en mochten we terugspeelballen nog oppakken. Zodoende kon je als keeper de bal tijdens een wedstrijd in totaal wel vijftien minuten in je handen hebben. Wanneer we voorstonden en de bal werd teruggespeeld dan pakte ik hem klemvast en rolde het liefste nog een paar keer door om tijd te rekken, haha. Vervolgens hoefde ik de bal alleen nog maar een trap naar voren te geven.”

In het moderne voetbal gaat deze vlieger voor de doelmannen niet meer op. “Het voetbal heeft zich de laatste twintig jaar ontzettend geëvolueerd en daarbinnen het keepen het meeste. Keepers moeten nu veel meer informatie verwerken. Ze moeten zowel offensieve als defensieve processen beheersen en ook nog ballen tegenhouden.” Ook in 1:1-duels is het keepen veranderd. “In mijn tijd gingen we als keeper altijd naar de grond toe en nam je onderweg alles mee, terwijl keepers nu veel meer in positie en rechtop blijven staan.” 

“Keepers moeten tegenwoordig veel meer informatie verwerken”

Louis van Gaal

Toch denkt de voormalig Portugees voetballer van het jaar dat hij ook in deze tijd een goede doelman was geweest, omdat hij zich altijd heel snel weet aan te passen. Na vijf landstitels en twee bekers met Porto te hebben gewonnen, vertrekt Baía in 1996 naar het FC Barcelona van Bobby Robson. In zijn eerste jaar worden de Copa del Rey en de toenmalige Europa Cup II veroverd. Een seizoen later wordt Louis van Gaal de trainer en wordt Baía gedwongen op een andere manier te keepen.  

“Onder Van Gaal moest ik voor het eerst in mijn leven het offensieve proces beginnen en werd van me verwacht dat ik de ballen met precisie op de borst legde van Giovanni, Luis Enrique of Figo. Ik ben toen op keeperstrainer Frans Hoek afgestapt en heb gezegd dat we hieraan moesten werken. Na een maand ging het beter, na twee maanden nog beter en na een jaar kon ik de bal weliswaar niet met links overal neerleggen, maar wel met rechts. In het huidige voetbal leren de keepers dit van jongs af aan, maar toen de nieuwe terugspeelbalregel werd ingevoerd was ik al 24 en toen Van Gaal naar Barcelona kwam 27.  Het is nu zelfs zo dat de opbouw begint vanuit het vijfmetergebied. Soms geeft het me angst als ik dat zie gebeuren, maar de keepers blijven er heel rustig onder. Dit heeft ook te maken met adaptatie, ze worden er veel in getraind.”

Tweehonderd keer springen 

Met de verandering van de regels en het spel heeft ook de trainingsmethodologie een vlucht genomen. “In mijn eerste periode bij Porto bestond de keeperstraining uit oefenvormen waarbij je dertig keer naar rechts moest duiken en vervolgens dertig keer naar links of tweehonderd keer moest springen. Een totale gekte. Ik heb een Poolse keeperstrainer gehad, bij wie ik vóór de trainingen al wist dat ik na afloop nauwelijks meer kon ademhalen, dat ik bijna dood zou zijn. Ik heb wedstrijden gespeeld met ontzettend zware benen. Dan dacht ik echt: oeh wat heb ik toch? Als je dat dan tegen de trainer zei, dan was het: ‘Nee, nee, nee, dat zit in je hoofd!’. Ik kan me ook nog een collega herinneren die voor de wedstrijd eens tegen me zei dat hij niet wist of hij zijn been nog zou kunnen optillen om een bal te trappen, haha. Hij had helemaal geen kracht meer in z’n benen.”

“Ik heb een Poolse keeperstrainer gehad, waarbij ik vóór de trainingen al wist dat ik na afloop nauwelijks meer kon ademhalen, dat ik bijna dood zou zijn”

Later in zijn carrière werd Baía niet meer getraind om hem uit te putten, maar om zich goed te laten voelen tijdens de wedstrijd. Dit is ook de wijze waarop tegenwoordig de keeperstrainers in Portugal werken. “De trainers hadden vroeger geen idee dat het verkeerd was, maar nu is het totaal anders. Er wordt veel meer getraind op situaties die in de wedstrijd terugkomen, zoals flankballen, afstandsschoten en het bespelen van de diepte. Dit is de belangrijkste evolutie die de keeperstraining heeft doorgemaakt.” 

Het draait om de kwaliteit van trainen. Baía zegt dat dit één van de kenmerken in de trainingen van Frans Hoek is, en dat de Nederlander de beste keeperstrainer is die hij heeft meegemaakt. “Frans Hoek is heel compleet. Hij heeft een manier van werken waarin hij de dingen simplificeert, maar met heel veel kwaliteit. Hij vertaalt de wedstrijdelementen naar het trainingsveld, waarbij alles getraind wordt op de hoogste intensiteit. Later bij Porto heb ik met Will Coort gewerkt. Hij komt uit de school van Frans Hoek en is ook een enorm goede keeperstrainer met heel veel kennis. Hij kwam met Co Adriaanse naar de club en toen hij wegging heb ik er bij de directie op aangedrongen dat Coort wél zou blijven.”

Champions League 

Ondanks de positieve ervaringen met Hoek werd de Barcelonaperiode onder de Nederlandse trainers geen daverend succes. Baía raakte geblesseerd aan zijn knie, waarna Ruud Hesp zijn kans pakte en niet meer uit doel van ‘blaugrana’ verdween. Baía werd uitgeleend aan Porto, keerde even terug naar Barcelona, kon een contract bij AC Milan tekenen, maar besloot uiteindelijk definitief terug te keren naar zijn oude liefde. Onder een jonge José Mourinho beleefden de blauwwitte draken ongekende hoogtijdagen.

“Bij Barcelona kwam ik in een team dat klaar was om de Champions League te winnen, maar wat daar niet lukte gebeurde wel bij Porto. In mijn eerste seizoen wonnen we de UEFA-cup door in de extra tijd van de finale Celtic met 3-2 te verslaan. Dit was al een heel speciaal gevoel, omdat het de eerste Europese prijs was die we met dit team wonnen, maar dat we het jaar erop ook nog de Champions League wonnen was iets ongelofelijks. We hadden nooit verwacht dat we konden winnen, want voor een club als Porto werd het bijna onmogelijk geacht. Ik zeg bíjna, omdat wij het toch geflikt hebben. Ongelofelijk en onbeschrijfelijk! Als je aan spelers vraagt welke prijs ze willen winnen, dan zeggen ze allemaal de Champions League. Het is iets heel speciaals.”

“Bij Barcelona kwam ik in een team dat klaar was om de Champions League te winnen, maar wat daar niet lukte gebeurde wel bij Porto”

Heersen 

In hetzelfde seizoen kroonde FC Porto, met spelers als Deco en Sérgio Conceição in de gelederen, zich ook tot kampioen. Later in het jaar won het de wereldbeker voor clubteams en werd Baía uitgeroepen tot beste keeper van Europa. In de twee daaropvolgende jaren kon de 1,86 meter lange ex-doelman nog twee nationale titels en een beker aan zijn imposante erelijst toevoegen, waarna hij in 2007 op 34-jarige leeftijd een punt achter zijn carrière zette. Baía ging studeren aan de universiteit, zette vervolgens een project op voor de Portugese bond om het niveau van de keepers te verbeteren, werkte voor de UEFA en FIFA en voelt zich momenteel als een vis in het water in zijn rol van administrateur van de SAD (een organisatie die is opgericht om de transparantie en het financiële beleid van Portugese clubs te verbeteren) en vicepresident van FC Porto. 

Vítor Baía volgt de huidige Portodoelmannen met speciale aandacht.  “Met de keepers van het eerste elftal heb ik goed contact, omdat je dezelfde taal spreekt. Je kunt over dingen praten die we allemaal begrijpen.” De 21-jarige Diogo Costa is dit seizoen de nummer 1 onder de lat. “Hij is een keeper die net als ik vroeger het hele doelgebied wil beheersen en de ruimte achter de verdediging wil bespelen. In de wereldtop zijn er niet veel keepers die dat doen. Zo zijn Oblak, De Gea en Courtois vooral reactieve keepers. Dit geldt ook voor de Nederlanders Cillissen en Krul. Goede lijnkeepers, maar ik houd van doelmannen die heersen, zoals Ederson en Allisson. De allerbeste daarin is Manuel Neuer.” Neuer is daarnaast sterk op de lijn, blijft in 1:1-duels vaak in positie en rechtop (het blok) en is óók in de opbouw van Bayern Münchens aanvalsspel een belangrijke kracht. Zodoende kan hij worden gezien als de blauwdruk van de evolutie die het keepen heeft doorgemaakt.

“Cillissen en Krul zijn goede lijnkeepers, maar ik houd van doelmannen die heersen”

Vorig artikelTalent van Morgen: Groeimindset als basis voor talentontwikkeling
Volgend artikelDe evolutie van het keepen (Preview)