Organisatie:

  • Trainer speelt bal naar K1. K1 bepaalt naar welke kant hij bal aanneemt. K2 reageert hierop en biedt zich links of rechts van poppen aan of ertussen
  • K2 neemt bal aan en speelt trainer in. Trainer speelt vervolgens bal naar K2, die bal naar K1 speelt. Zo een aantal rondes laten doorspelen
  • Wanneer keeper pop raakt volgt een strafje (bijv. opdrukken)
  • Bij 3 keepers neemt K3 rol trainer over

Variatie:

  • K1 en K2 vragen waar zij bal van trainer willen hebben
  • K2 bepaalt nu waar K1 bal heen speelt. Voordat K1 bal ontvangt biedt K2 zich al aan. K1 wordt zodoende gedwongen over bal heen te kijken en rust te bewaren. Aanname van K1 moet zo zijn dat hij K2 goed kan inspelen
  • Afstanden tussen doelen en poppen groter maken (moeilijker) of kleiner (makkelijker)
  • Trainer speelt ballen vanaf andere kant in

Coaching:

  • Ondanks druk van strafje moeten keepers ballen strak inspelen: geen voorzichtige balletjes, maar met lef
  • Bal moet na aanname direct speelklaar liggen
Vorig artikelGerry Oste en Mo El Amraoui: Meer aandacht voor meevoetballen tijdens trainingen
Volgend artikelFrans Scharroo traint en begeleidt vanuit een breder beeld