Organisatie:

  • In middenvak wordt 3:3 gespeeld. Keepers spelen op kopse kant mee als neutrale speler. 1 neutrale speler doet mee in vak
  • Geel start als partij die op balbezit speelt. Zij proberen samen met keepers en neutrale speler bal in bezit te houden en kunnen punt scoren als zij 8 keer overspelen
  • Er wordt alleen in middenvak gespeeld, keepers moeten dus uit doel komen om mee te kunnen doen met positiespel
  • Als blauw bal veroverd, kunnen zij scoren in beide grote doelen, keepers mogen dan direct kort komen op tegenstanders
  • Als bal uit (het middenvak) is of gescoord wordt, speelt trainer bal in naar het team dat recht heeft op bal (scoren is bal houden)

Variatie:

  • Speel met afstanden: makkelijker maken voor team in balbezit is veld groter maken. Moeilijker maken is veld kleiner maken
  • Moeilijker maken voor team in balbezit: zonder neutrale speler, of;
  • Keepers mogen bal maximum aantal keer raken (1 of 2 keer), of;
  • Keepers mogen bal niet naar elkaar spelen
  • Bij meer spelers 4:4 of 5:5 spelen en afstanden aanpassen

Coaching:

  • Keepers moeten in balbezit overzicht houden, steeds van tevoren omgeving goed scannen en weten waar zij bal heen kunnen spelen wanneer ze die ontvangen
  • Keepers moeten snel omschakelen, bij balverlies inschatten of zij direct kort kunnen komen op tegenstander of dat zij snel terug moeten richting doel
  • Keepers moeten spelers steeds goed coachen, zowel in balbezit (‘draai door’, ‘in je rug’, etc.) als bij omschakeling (‘scherm links af’, ‘zit kort’, etc.)
Vorig artikelMaarten Arts: vaardigheid 9
Volgend artikelThiemo Koster